Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/115

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

81

kedjoerōn van Petiambang. Tot het gebied van dezen kedjoerön behoorden door ontginningsrecht ook nog eenige nederzettingen aan de Wöih ni Tampor, een der zijrivieren van de Simpang kanan, die wij bij de bespreking van Serbödjadi zullen ontmoeten. De Barisan-rand, die aan Gajō Loeös grenst, bestaat uit de Senoebong en een strook andesiet, de Boer ni Akol. In 't W. verlaat de Tripö de hoogvlakte langs eene volstrekt onbegaanbare, zwaar geaccidenteerde poort. Het zware, lange pad naar Soesöh, bewesten de Losér, moet de hoogere kammen en dalen volgen.

De inzinking van Groot-Gajō is 60 K.M. lang en 12 à 15 K.M. breed. Het eigenlijke Gajō Loeös, waarin ook de hoofdplaats Blang Kedjerèn ligt, het best bevolkte deel van heel Gajō, is het deel in 't Z.O., waar de bronrivieren der Tripö samenkomen in eene kom, met alluvium opgevuld, waarschijnlijk eens een meer. W.N.W. van die kom staat geisoleerd de 1427 M. hooge Boer Api, gedeeltelijk uit andesiet bestaande, breed en vlak. Deze naam Boer Api, d.i. Vuurberg, moet niet doen denken aan vulkanische werking, doch aan het afbranden van de begroeiing met het doel om de opschietende jonge spruiten als voedsel voor het vee te benutten. Ten N. stroomt de Tripö in een bocht om den Boer Api heen, ten Z. eenige harer O. en W. stroomende zijrivieren. In het Noordelijk deel van deze Tripö-bocht ligt een ander bevolkings-centrum, Rékét Göip, terwijl verder naar beneden ook nog vrij talrijke en groote dorpen voorkomen. Genoemde alluviale kom ligt 900 à 1000 M. hoog; Rékét Göip 800 M.


De Tripö.

De Tripö volgt den Noordelijken rand der inzinking en heeft hier nog verschillende dorpen aan hare oevers, voornamelijk daar, waar zij eene zijrivier opneemt. Wij zagen hoe zij door zeer zwaar, volslagen onbewoond terrein door het Westelijke leisteengebergte breekt. Dit gebergte sluit onmiddellijk aan bij de breede, alluviale moerasstreek langs de Westkust. De Tripö heeft alzoo geene mondingsplaats van beteekenis. Over de zandstrook aan de zeezijde van het moeras loopt een pad van Tapa* Toean over Soesōh naar Meulabōh.