Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/117

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

83

om, en daarna nog eens Noordwaarts, na het opnemen der Wöih ni Lestèn, en heet verder Tampor; deze neemt de Wöih ni Serdang op, buigt zich Oostwaarts, vereenigt zich met de zooeven genoemde Djernèh en heet verder Simpang kanan. Bij Kwala Simpang, aan de grens van het jong tertiair en het quartair, vereenigt deze zich met de Simpang-kiri en stroomt verder als Temiang-rivier voorbij de handelsplaats—vroeger hoofdplaats—Seroewai in zee.

Temiang behoort nu tot Atjeh en heeft veel uitvoer van getah.


Van Gajō Loeös en Serbödjadi naar de kust.

Wij moeten nu terugkeeren tot het dal van de Wöih ni Oréng, want daardoor leidt de weg van Blang Kedjerèn over den Moegadjah-pas via Pertéq en Péndéng, het dal verder verlatend, naar Lōkōp. Vandaar is de uitgang over Bonèn in O. richting naar de havenplaats Bajeuën. Er zal wel geruime tijd mee heengaan, eer in deze dun bevolkte streken de lange weg het land geheel zal hebben opengelegd. De hooge pas van Moegadjah is zeer bezwaarlijk; overigens zijn de terreinmoeilijkheden voor Gajō'sche verhoudingen niet zwaar.

De nederzettingen uit Gajō Loeös langs deze route zijn bij de afd. Gajō Loeös getrokken; alleen die benedenstrooms bij de onderafdeeling Serbödjadi.

Het personeel is reeds aangesteld voor het vervaardigen der ontwerpstukken voor den verbindingsweg van Langsa over Lōkōp naar Blang Kedjerèn, en vandaar naar Koeta Tjanè, in aansluiting met den weg van Kaban Djahé naar Medan. Volgens particuliere berichten zou de gezaghebber van Gajōö Loeös hebben voorgesteld Blang Kedjerèn mede door het dal van de Tripö met Meulabōh te verbinden. Deze koene wegenplannen, van welker omvang men zich, zonder de afstanden en het terrein te kennen, geen begrip kan vormen, getuigen van geloof in de toekomst.


Voorkomen van het Gajō-land.

Een geheel bijzonder en voor Indië éénig uiterlijk hebben de Gajō-landen, en wel door de bijzondere begroeiing. De hooggebergten zijn met het bekende dichte oerwoud begroeid, behalve den