Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/124

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

88

K.M. heirbaan. Men late zich in de praktische bestuurstaak alzoo niet leiden door toekomstfantasieën, maar houde het oog op de eischen van het heden."

De wegenkwestie is een schoon onderwerp voor eene avonddiscussie in eene rimboe-pasanggrahan. Allen bestuurders zij in dezen wijsheid, allen bestuurden continuïteit van handelen in de wegen politiek toegebeden.


Landbouw en veeteelt.

De Gajō's beoefenen den rijstbouw op sawah's, doch hun landbouw heeft een vrij primitief karakter. De ploeg is niet onbekend, doch meestal wordt de natte grond fijngetreden door buffels, soms ook door paarden. Rijstbouw op ladang's heeft niet plaats; de ladang's worden gebruikt voor de teelt van tabak en tweede-rangs-voedingsgewassen.

De veeteelt is van belang en wordt uitgeoefend op daartoe geschikte blang-terreinen. Deze plaatsen liggen soms ver van huis, dikwijls een of twee dagreizen, en worden „wör" genoemd. Het verblijf in eene karbouwenfokkerij duurt alzoo dikwijls vrij lang; gewoonlijk wordt eenige grond tot kostgronden in de nabijheid aangelegd en dikwijls ontstaan hieruit sawah's.

Eene „perwörön", een gehucht, ontstaat alzoo; het ontstaan van sawah's geeft aan zulk eene vestiging een permanent karakter; de bevolking neemt er toe, doch blijft zich nog aan den rödjö van het moederdorp ondergeschikt gevoelen. Als later het gehucht een zelfstandig dorp wordt, blijft toch het gevoel van samenhoorigheid met het moederdorp nog lang bestaan.

In den karbouwenstapel zijn voor eenige jaren geweldige verwoestingen aangericht door besmettelijke veeziekten.

Gestremde karbouwenmelk wordt wel als voedsel gebruikt, evenals in de Padangsche Bovenlanden en de Bataklanden.

Ook paardenteelt en paardenhandel komt bij de Gajō's voor, doch zelve gebruiken zij heel zelden paarden. Vermoedelijk zijn de droge hoogvlakten van Gajō en het Noordelijke Batakland in de toekomst bestemd om de cultuurgebieden van Sumatra en den overwal van paarden te voorzien. De verschillen van klimaat en bodem wijzen