Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/148

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

108

soorten van slankapen, als loetoeng en simpei en eenige halfapen (koekang).


Kalong's.

Even talrijk zijn de vleermuizensoorten op Sumatra. De meest bekende is wel de kalong of vliegende hond, een schadelijke vruchteneter. De dieren wonen in de bergen en vliegen 's avonds naar de tuinen in de vlakte. Merkwaardig zijn hunne dagverblijven. Aan één bepaalden boom, soms midden in een dorp, hangen zij zich aan den vrijstaanden teen der achterpooten op aan de takken. Het is een mal gezicht, zoo'n kale boom, met wel een duizend groote vleermuizen daaraan hangend.


Tijgers en wilde zwijnen.

De koningstijgers zijn in sommige streken zeer talrijk en komen over heel Sumatra voor. Over het geheel zijn zij nuttige dieren te noemen: zonder hen zou de landbouw nog veel meer schade ondervinden van de tallooze wilde zwijnen, brutale beesten, die zich snel vermenigvuldigen. Als de tijger oud wordt en niet vlug genoeg meer is om wilde varkens, herten of apen te vangen, moet hij zich vergenoegen met dood aas of met den minder weerbaren mensch. Zulk een „man-eater" verspreidt dan een tijd lang veel schrik in de streek, ja wordt eene belemmering voor het maatschappelijk verkeer.

Verschillende pantersoorten komen voor op Sumatra; evenzoo de honig- of kokosbeer (biroeang), een schadelijk dier, soms ook wel menschen aanvallend en levend in de boomen. Een bijzondere soort van wilde varkens, grooter van stuk en met langer snuit dan de gewone, zijn de nangoei in de O. kuststreken van Zuid- en Midden-Sumatra.


Krokodil.

Veel gevaarlijker voor den mensch dan tijger of beer zijn de krokodillen (boeaja), die tot ver boven in de rivieren, maar hoofdzakelijk aan de mondingen van deze leven. Het is onbegrijpelijk, hoe lichtzinnig Inlanders zijn op de plaatsen aan kust- of rivieroever, waar krokodillen zijn gesignaleerd. Men vreest hen veel minder dan de tijgers, die op Sumatra veel minder menschelijke slachtoffers eischen. De loerende krokodil sleept menigen bader mee, of haalt