Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/195

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

149

van economische afhankelijkheid, was oorzaak van veel twist en onlusten en werkte maatschappelijk zeer ongunstig.

Bedragen van ƒ 1000, zelfs van ƒ 2000, werden genoemd.

Nochtans, er waren accommodementen om de zware eischen te verzachten. Vooreerst werd uit bluf de djoedjoer dikwijls opgegeven tot een hooger bedrag, dan werkelijk werd betaald. Verder werd soms de helft slechts betaald en bleef de bruidegom de andere helft schuldig, als een soort van waarborg, dat de jonge vrouw goed zou worden behandeld.

Ook komt het voor, dat de djoedjoer kan worden verdiend door arbeid ten behoeve van de familie der bruid, volgens bekend bijbelsch voorbeeld. Bij de Grajō's komen zulke „angkap djandji" met een landgenoot veel voor. De aangenomene werkt soms jaren lang om den bruidschat, hier „oendjoek" geheeten, in te verdienen en mag daarna zijne vrouw pas wegvoeren. De afbetaling der oendjoek wordt ook wel opzettelijk uitgesteld. Zij bedraagt bij hen van 40 tot 200 dollar.

Bij de Koeboes komt het ook veel voor, dat slechts de helft van den bruidschat wordt betaald; de ouders der vrouw behouden dan het recht, dat deze te hunnen behoeve werkzaamheden verricht en de jonggetrouwden wonen het eene jaar in bij de vrouws-ouders, het volgende bij die van den man. Eerst als de ouders overleden zijn, bouwen zij zich dan een eigen woning.

Bij de Loeboes duurt de verloving twee jaar; in dien tijd werkt de jongeling voor zijn a. s. schoonouders; hij heeft daarentegen slechts ƒ 2.50 bruidschat te betalen, terwijl bij de naburige Mandailingers voor eene vrouw uit het volk ƒ 50.—wordt betaald.


Leviraatshuwelijk.

De vrouw treedt geheel uit haar stam; als het huwelijk kinderloos blijft, kan zij worden omgeruild voor eene zuster of andere verwante of wel zij keert in sommige gevallen tot haar familie weder en de bruidschat wordt terugbetaald.

Als eene vrouw weduwe wordt, blijft zij in den regel in de familie, waar zij was ingekocht. Soms gaat zij dan van rechtswege over als echtgenoote op een erfgenaam van den overledene; bij