Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/200

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

154

geene gemeenschap zouden hebben, beide „pantang" gebruiken ter afwering van booze invloeden, en bij de Arjehers en Gajö's het Bterksi ontwikkeld, beginnen hun kracht te verliezen.


Verhouding der seksen.

In de streken, waar de Mohammedaansche gezindheid het sterkst is. bij de beide takken der Maleiers en de Atjehers, worden de jonge vrouwen, zoo zij nog ongehuwd mochten zijn, over het geheel vrij streng bewaakt en is er weinig gelegenheid voor eenigszins vrijen omgang tusschen jongens en meisjes. Ook in dit opzicht valt in de meest ontwikkelde streken eene kentering duidelijk waar te nemen en went men zich aan de gedachte, dat jongelieden van illende kunne wel met elkaar kunnen omgaan zonder bijgedachten van sensueelen aard en zonder zich te compromitteeren.

In de minder streng Mohammedaansche en in de Heidensche streken is de omgang tusschen de seksen heel wat vrijer. Vooral over de Bataks gaat een roep van groote ongebondenheid en, naar het schijnt, niet ten onrechte. Bij de eigenlijke Tobaneezen oordeelde de publieke opinie scherper over dezen vrijen omgang dan bij de andere Bataks; onder hen waren echter beroeps-prostituées, die elders niet voorkwamen.

De vrije omgang der seksen had ook het voordeel, dat er huwelijken uit liefde tot stand kwamen. Het is opmerkelijk, dat overal waar die vrije omgang werd getolereerd, het natuurlijke gevolg daarvan voor eene groote schande gold. Dit heeft soms betreurenswaardige gevolgen, daar het aanleiding geeft tot vruchtafdrijving, als een huwelijk niet kan plaats hebben.


Naik-huwelijk.

Als een jonge man zich aan groote vrijheden jegens een meisje schuldig maakt, houdt dat naar haar begrip implicite eene huwelijksbelofte in. Bij de Karo-Bataks bestaat in zulk een geval de gewoonte van het „nangkih", d.w.z. beklimmen, n.l. van het huis des jongen mans door het meisje. Zij geeft daarmee te kennen, dat zij in dat huis behoort. Gewoonlijk stemt de jongeling in zulk een geval in een huwelijk toe; bij weigering vervalt hij in eene zware boete. Ook de Gajö's kennen zulk een „nöik-huwelijk". Als het