Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/255

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

205

te strijden. Onder die menschen, welke een uiterst schamel bestaan leiden, die op ongeregelde tijden zwaar en gevaarlijk werk moeten doen als boschproducten zoeken en ladang bouwen, is nochtans tegen hoog loon geen koeli voor geregelden arbeid te vinden.

Een op Sumatra vrij algemeene trek, dien men bij Javanen zelden, doch bij Madoereezen des te meer vindt, is zuinigheid, die vaak tot gierigheid wordt. Atjehers, Gajö's, Bataks, Minangkabauers zijn om dezen karaktertrek bekend. Men vindt dan ook op Sumatra heel wat gegoede en zelfs rijke lieden, wat echter mede een gevolg is van den handelsgeest, die vooral de Maleiers kenmerkt.

Aan historische oorzaken is toe te schrijven de vrijmoedigheid tegen meerderen, de afwezigheid van serviliteit, die den Sumatraan van den Javaan onderscheidt. Dit geldt vooral de Sumatranen buiten de vorstendommen van. de Oostkust, die eigenlijk nooit de echte feudale vorstenheerschappij, noch een adelstand, hebben leeren kennen. Die republikeinsche vrijheidszin bezorgt den Sumatranen wel eens den naam van brutaal en aanmatigend te zijn.

Aan hun dorpsrepublikanisme is wellicht ook de redeneerzucht toe te schrijven, waarvoor de Minangkabauers bekend en de Bataks, vooral de Mandailingers, zelfs berucht zijn. De lust tot het houden van lange beraadslagingen is een echte Maleische eigenschap, wat voor een met macht bekleeden ambtenaar een groot gemak is, want daardoor kan hij met wat handigheid en geduld veel gedaan krijgen met en door medewerking der deelnemers aan het „moepakat" zelve.

Vuilheid wordt vooral den Atjehers en den Noordelijken Bataks verweten en niet ten onrechte; overigens kenmerkt deze eigenschap ook de primitieve volken als gevolg hunner geestelijke inertie. De bergbewoners zijn veelal bekend om zekere grofheid in hun manieren. De vormelijkheid van den Javaan ontmoet men in dezelfde mate op Sumatra nergens.

De zucht tot intrigueeren schijnt het meest op Zuid-Sumatra en bij de Bataks voor te komen; kleingeestige eerzucht, de trek naar het baasspelen, kenmerkt de Bataks mede. De Lampoengers zijn verzot op ijdele titels; zij zijn ook bekend als pretmakers.


Geestelijke aanleg.

Over den geestelijken aanleg van een groep volken met een enkel