Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/262

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

212

der Minangkabausche emigratiezuoht. De minder beschaafde, de energielooee primitieve mensch voelt zich angstig in zelfstandigheid en duikt Liever onder in de familie; de meer ontwikkelde en krachtige man wil eene persoonlijkheid, geen willoos deel van een familie-geheel zijn.

De meer ontwikkelde mannen, die zelf geene machtspositie in de soekoe bekleeden, voelen het matriarchaat meestal als eene historisch»- belasting. De vrouwen houden er met hand en tand aan vast, omdat zij de rechten van haar jonge kinderen en kleinkinderen er door verzekerd achten. Het is de vraag, of zij hun eigen duurzame voordeel inzien en of het matriarchaat eenige bescherming verdient. De vrouwen kennen nu meestal vrij onverschillige mannen; zij zien nier in, dat bij de gewone gezinssamenleving de mannen huiselijker en trouwer zouden worden (zie ook § 40).

Het bestuur kan tegen die ongewenschte landverhuizing maar weinig doen. Er wordt zoo goed mogelijk tegen gewaakt, dat de mannen de betaling hunner belasting ontloopen, maar zij weten langs boschpaden de Oostkust te vinden, zoodat controle soms niet doenlijk is.


Immigratie.

Over vroegere volksverplaatsingen en kleine emigratie bij andere volken is incidenteel reeds gesproken. Hier volge nog een woord over versterking van Sumatra's bevolking van biiiten af in den tegenwoordigen tijd.

De aanvoer van Massers naar Atjeh is nu tot weinige koeli's beperkt. Vroeger kwamen ook veel Niassers als slaven naar Padang; hunne afstammelingen wonen daar nog in de kampoeng Nias aan den linkeroever der rivier en vormen er de koelibevolking. Vermenging van Xiassers met Minangkabauers heeft niet veel plaats gehad en op hen, die Niasch' bloed in hunne aderen hebben, wordt met eenige minachting neergezien.

Van zeer groote beteekenis is de komst der Javaansche koeli's voor de landbouwondernemingen op Sumatra, vooral op de Oostkust.


Blijvende vestiging van Javanen in het Cultuurgebied.

De bespreking der koeli-immigratie hoort beter thuis in het vol-