Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/361

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

289

der Buitenbezittingen betoond door een der inspecteurs van het boschwezen met den dienst aldaar te belasten. In 1908 werd een afzonderlijke boschinspecteur, in 1912 werden vijf houtvesters voor de Buitenbezittingen aangewezen, waarvan er 4 op Sumatra werden geplaatst (te Palembang, Lahat, Fort de Koek en Medan). Hun taak kon voorloopig niet anders zijn, dan het ontwerpen en uitvoeren van maatregelen voor de instandhouding, exploratie en exploitatie der wildhoutbosschen, voorzoover hun tijd niet in beslag werd genomen door het verleenen van adviezen inzake aanvragen van erfpacht en van concessiën van boschexploitatie. Verschillende boschreserves zijn thans in hunne ressorten reeds vast- en voorgesteld.


Houtaankap door Inlanders en Chineezen.

De hoeveelheid en de waarde van het hout, door de Inlandsche bevolking voor eigen behoeften in de naaste omgeving gekapt, ontsnapt aan alle berekeningen. De regel . is nog, dat wie een huis of een vaartuig wil bouwen, het bosch ingaat, geschikte boomen opzoekt, omhakt, uitloogt, verzaagt en transporteert. Geregelde hout-exploitatie en -handel komt nog weinig voor.

Eene vrij omvangrijke bevolkingsaankap van hout bestaat vanouds in Palembang, waar de omstandigheden voor dezen tak van bedrijf het gunstigst zijn. In den laatsten tijd neemt ook de uitvoer van hout naar Java toe, van dwarsliggers voor de spoorwegen vooral. De aanleg van den Zuid-Sumatraspoorweg vergroot de behoefte aan hout. Een tweetal firma's in Palembang drijven reeds een uitgebreiden handel in hout. Ook kostbare houtsoorten, zooals ebben-, sandel-, wortel- en ijzerhout, worden uitgevoerd. Eene groote moeielijkheid was het, de houtsoorten te determineeren en hare deugdzaamheid te beoordeelen. Thans is eene practische standaardindeeling der houtsoorten vastgesteld, teneinde het den houtkoopers mogelijk te maken deze soorten, ondanks de schijnbaar hopelooze verwarring in benaming, te herkennen en te beoordeelen.

In de laatste jaren is ook een belangrijke houthandel ontstaan in Singkel, vanwaar veel hout naar Java wordt geëxporteerd, en in Langsa en Temiang, welke streken gedeeltelijk de Oostkust van Sumatra en Atjeh van gezaagd hout voorzien.

Op Sumatra's Westkust is het houtbedrijf mede steeds vrij om-