Naar inhoud springen

Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/362

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

290

vangrijk geweest; hier werd dit bevorderd door de behoefte aan mijnhout voor Sawah Loento. In dit gewest begint het hout zelfs Bohaarseh en duur te worden.

Door de groote behoefte aan hout in het Cultuurgebied en Singapoera ontwikkelde sich in de afdeeling Bengkalis, voornamelijk bij de Brouwerstraat, het omvangrijke bedrijf der panglongs, houtkapperijen, gedreven door Chineezen, meestal met Inlandsche werklieden. Op ult. 1913 waren er 97 balkenkapperijen, 46 brandhoutkapperijen, 11 plankenzagerijen en 62 houtskoolbranderijen, die tezamen ƒ130.881 aan cijns betaalden, een bedrag, dat gebleken is veel te laag te zijn. Eet is ook gebleken, dat streng toezicht van bestuurewege op de afgelegen panglongs noodig is.


Europeesche hout-exploitatie.

Behalve dat het aantal Europeesche opkoopers van hout toeneemt, is thans op Sumatra ook eene rechtstreeksche groote hout-exploidoor Europeanen tot ontwikkeling gekomen in de afdeeling kalis, in Djambi (de onderneming Pelajang te Mocara Tembesi) en op het eiland Simeuloe (Atjeh). Dit bedrijf gaat dikwijls gepaard met het exploiteeren van de boschproducten in de concessieterreinen. Ook is het inzamelen van boschproducten alleen wel het doel van het aanvragen der concessies.

De belangrijkste onderneming van dezen aard is die der Javasche Bosch-Exploitatie Maatschappij te Sinabang op Simeuloe.

Tot eind 1914 was op de concessies reeds ƒ3.396.000 verwerkt en in April 1915 werd opnieuw eene leening uitgeschreven van ƒ1.200.000 voor voltooiing der werken. De maatschappij had zeer veel te worstelen met ziekten en daardoor met mutatiën onder het personeel. Om dit euvel te beperken zijn belangrijke assaineeringswerken uitgevoerd.

Op hetzelfde eiland hoopt de Houtaankap-maatschappij "Noord Simaloer", onder directie van de Nederlandsch-Indische Houtaankapmaatschappij spoedig met de exploitatie harer terreinen te beginnen.

Laatstgenoemde maatschappij is bezig te Palembang een établissement met zagerij op te richten. De Houtaankap- en Cultuurmaatschappijen "Mendis" en "Roembio" wachten op de voltooiing dezer inrichting om hunne werkzaamheden aan te vangen.