Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/38

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

18

Deze streek is in 1864—'66 geannexeerd, gedeeltelijk door geweld, en vormt nu een mooi stuk van Palembang. De rijst wordt grootendeels op sawah's geteeld; het eerste bevloeiingswerk in Palembang, met technische Europeesche hulp aangelegd, is nu voltooid; er groeit goede koffie; het klimaat is er gezond. In het op + 800 M. hoogte liggende, gezonde Pagar Alam, de hoofdplaats der onderafdeeling Pasoemah-landen, wil men wel eens een toekomstig Fort de Koek van Zuid-Sumatra zien. Ook hier wordt Wegenaanleg krachtig ter hand genomen. Een weg van Pagar Alam naar Mana is getraceerd voor een nieuwe verbinding van de Palembangsche wegen met de Westkust.

De Lematang doorstroomt de hoogvlakte en bereikt bij Lahat op ± 100 M. hoogte de zacht hellende diluviale vlakte. Een goede weg loopt in dezelfde richting van Pagar Alam naar Lahat.


Redjang.

Nu volgt het landschap Redjang, in 1860 onder ons bestuur gebracht na eene kleine expeditie, die echter niet behoefde te vechten.

De residentiegrens loopt hier niet meer langs de lage, meest Westelijke Barisan, maar volgt tot aan de Seblat de Oostelijke berggroepen, aldus den bovenloop van de Moesi en van de Ketahoen bij Bengkoelen voegend. Bij de Seblat vereenigen zich de W. en de O. Barisan's. De lange strook land daartusschen in, van Dempo tot Seblat, is te verdeelen in een kleiner, Noordwestelijk deel—Lebong—dalend van Oost naar West, en een grooter Zuidoostelijk stuk, waardoor de Moesi stroomt, Redjang. De grens tusschen deze twee deelen wordt gevormd door de hoofdwaterscheiding, die dus oversteekt van de Westelijke naar de Oostelijke bergenrij.

De Moesi ontspringt op de Boekit Tjoendoeng, buigt zich om den werkenden vulkaan Kaba, gaat verder Oost en Noordoost om door een dwarsdal Redjang en het gebergte te verlaten (bij Tebing Tinggi, ± 120 M. hoog) en haar langen loop door de Oostelijke vlakte te vervolgen. De Kaba verheft zich dus midden in Redjang en heeft daar meermalen schrik verspreid. In 1833 eischte zij door eene uitbarsting, waarbij het water uit een kratermeer zich over den omtrek uitstortte, negentig menschenlevens. Dezelfde Kaba heeft echter