Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/380

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

304

Algemeen spoorwegplan.

Wenden wij ons oog thans naar de groote algemeene verkeersbelangen van het wachtende Snmatra.

De vraag: particulier initiatief of staatszorg? heeft voor een algemeen spoorwegplan dieper beteekenis en wijder strekking dan voor een locaal net. Het particulier initiatief zal wellicht vlugger werken en een bepaalde streek goed bedienen, maar het zal geen spoorwegen aanleggen, die geen spoedig voordeel beloven in den vorm van dividenden. De Staat daarentegen kan tevreden zijn, als pas in de toekomst zijn spoorwegen in commercieelen zin voordeel d en mag rekenen met de indirecte voordeelen, die de ontwikkeling van een groot land met rijke hulpbronnen hem in den schoot zal werpen. De particulier werkt voor het heden; de staat voor de toekomst. De particulier verzamelt het bestaande verkeer: Staat schept verkeer. Dit brengt echter weer mede, dat de Staat niet kan toelaten, dat direct voordeel belovende, kleine deelen van het groote geheel aan particulieren worden afgestaan; deelen, die later hinderlijk kunnen inwerken op het algemeene plan en soms duur moeten worden ingekocht.

Het ontwerpen van een algemeen spoorwegplan voor Sumatra werd dus noodzakelijker, naarmate bij particulieren de lust toenam, om locale lijnen aan te leggen. Dat algemeene spoorwegplan is er nu.


Rapporten Ligtvoet.

In 1903 verscheen het „Rapport der Spoorwegverkenningen in Zuid-Sumatra" van den ingenieur K.J.A. Ligtvoet, dat tot basis heeft gediend van het groote Zuid-Sumatraplan, dat hieronder zal worden besproken.


Midden-Sumatra-plan.

Dezelfde ingenieur deed in 1907–'08 verkenningen in Midden-Sumatra. De resultaten van dat werk zijn neergelegd in zijn „Rapport betreffende terreinverkenningen en een spoorwegplan voor Midden-Sumatra", Landsdrukkerij, Batavia 1909.

Het economisch zwaartepunt van Midden-Sumatra ligt in de breede hoogvlakten tusschen de Barisan's, dat van Zuid-Sumatra in de breede diluviale vlakte tusschen het gebergte en de tot