Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/388

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

312

Waar de groote rivieren ontbreken, breidde het Nederlandsche gezag zich meer geleidelijk uit, door inlijving van kleine gebieden, door onderzoek van en vestiging in tevoren onbekende landstreken. Deze Langzame indringing had op Sumatra over het geheel een minder vreedzaam karakter dan op Java; meer en feller oorlogen zijn er noodig geweest.


Hoofdlijnen der geschiedenis onzer vestiging op Sumatra.

De tegenwoordige administratieve indeeling van Sumatra berust in hoofdzaak op historische gronden. Eet is nochtans weinig aanlokkelijk te trachten, binnen het bestek van ren werkje als dit, de geschiedenis van elk der tegenwoordige gewesten afzonderlijk te schetsen. Liever willen wij beproeven de hoofdlijnen uit te zetten, waarlangs de historie der vestiging van ons gezag op Sumatra in haar geheel zich heeft bewogen.

Die hoofdlijnen zijn: De suprematie van Javaansche rijken over Zuid-Sumatra.

De opkomst, de bloei en het verval van het Atjehsche rijk en de geschiedenis van Noord-Sumatra.

De vestigingen van de Compagnie, en later van het Gouvernement, op kustplaatsen in Midden- en Zuid-Sumatra.

Het Engelsche tusschenbestuur en de imperialistische politiek van Raffles.

De Padri-Oorlog.

Het tijdperk, beheerscht door het Londensche tractaat.

De Atjeh-oorlog.

De inlijving der laatste onafhankelijke landschappen en de invoering van meer intensief bestuur sedert 1904.


§ 49. De suprematie van Javaansche rijken over Zuid-Sumatra.

Do rijken van Palembang en Djambi waren in de 15 de eeuw koloniën van het Javaansche Madjapahit; zij waren een tijdlang een semi-Javaansch land; de taal en de kleeding, plaatsnamen en titels dragen daarvan nog de blijken (zie p. 123 en 130). Tot zelfs in het tegenwoordige Gouvernement van Sumatra's Oostkust zijn enkele sporen van oude Javaansche immigratie aan te wijzen.

Na den val van Madjapahit op het einde der 15 de eeuw trad de