Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/47

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

25

Van Alahan Pandjang op 1464 M. hoogte is de weg te Moeara Laboeh tot op 333 M. hoogte gedaald over een afstand van 42 paal (63 K.M.).

De streek rondom Alahan Pandjang is vol verheven schoonheid. De afstand naar het station te Solok, over de vroegere controleurswoning van Koebang nan Doea (nu pasanggrahan), is 31 paal; naar Padang 40 paal. De laatste weg gaat tusschen de meren door; vereenigt zich te Loeboek Soelasih, waar ook een pasanggrahan is, met een anderen weg naar Solok en overschrijdt den Soebang-pas in de Barisan, om door een streek vol afwisseling Padang te bereiken. Van de kamhoogte heeft men een schoon uitzicht op den Indischen Oceaan.


§ 9. Middengedeelte der Padangsche Bovenlanden.

Van de G. Gadoet, Oost van Padang, tot aan de Anai-kloof is de Westelijke Barisan nog hoofd waterscheiding, doch daarna nergens meer. Dit Barisan-gedeelte is door vulkanen bedekt en reikt tot 1625 M. hoogte.

De Zuidgrens van het thans besproken gedeelte kennen wij reeds als het Middengebergte. De Noordgrens wordt eerst gevormd door den Oostdijken bergwand der Anai-kloof, den Tandikat, den Singgalang en den rug tot aan de halte Kota Baroe van den spoorweg Padang Pandjang-Fort de Kock.

Van Kota Baroe loopt onze grens over de toppen van de Merapi- en Sago-groepen. Verder Oostelijk is de grens hydrographisch niet gesloten, want beoosten de Sago loopt de Si Namar door het nauwe dal van Halaban naar de Oembilin. Aan de andere zijde van het dal van Halaban vindt men het onregelmatige Ngalau-Sariboe-gebergte, bestaande uit kolenkalk, vol grotten (ngalau sariboe beteekent 1000 grotten), onvruchtbaar, grootendeels kaal, met spitse toppen en steile hellingen. Verder Oostelijk en in Z.O. richting loopt het Lisoenggebergte, uit leisteen bestaande, aansluitend aan het Middengebergte. De Ngalau-Sariboe en het Lisoeng-gebergte worden beide doorbroken door de hoofdrivier.

In deze middelmoot van de Padangsche Bovenlanden zijn drie vlakke gedeelten: 1e Padang Pandjang (= de lange vlakte), waar-