Pagina:Longinus - Over de verhevenheid.pdf/7

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

indien Boileau, naar de uitspraak van alle bevoegde regteren, door zijne met regt geroemde vertaling van dit voortreffelijk geschrift, der Fransche letterkunde eenen wezenlijken dienst bewezen heeft, dan zeker mag ik mij vleijen met de hoop, dat ook mijn arbeid, zoo dezelve althans, naar het oordeel van deskundigen, niet geheel ongelukkig geslaagd is, geenszins zonder verdienste of nattigheid voor de vaderlandsche letterkunde zal gerekend worden. Te meer durf ik deze hoop voeden, omdat wij in onze moedertaal geen’ grooten voorraad van fraai en oordeelkundig geschrevene handleidingen ter vorming van een’ goedenen gezuiverden smaak voor dichtkunst en welsprekendheid bezitten, en dus dit werkje ter verdere aanvulling van een bestaand gebrek zal dienen kunnen. Het is waar, naar luid van den titel, handelt het alleen over de verhevenheid; doch men moet, zoo als ik in de Inleiding heb aangemerkt, aan dit woord, in den geest van longinus, eene ruimere beteekenis geven, dan waarin latere kunstregters hetzelve gewoonlijk bezigen. — Wat de vertaling zelve aangaat, ik heb daarin duidelijkheid en vloeibaarheid, zoo veel mogelijk, aan getrouwheid trachten te vereenigen. Dan het viel niet altijd even gemakkelijk, dit oogmerk te bereiken; en ik twijfel dus naauwelijks, of er zullen plaatsen gevonden