Naar inhoud springen

Pagina:Luttenberg's chronologische verzameling der wetten en besluiten, vol 16 + 17 (1868-1869).pdf/272

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

nationale Conferentie op den 20 October 1868 te Genève geteekende additionele artikelen tot herziening der overeenkomst van 22 Augustus 1864, ter verbetering van het lot der gewonden bij de legers te velde in oorlogstijd. (Koninklijk besluit dd. 21 Julij 1865, Staatsblad N°. 85.) S. 22.

Wij WILLEM III, enz.

Gezien de additionele artikelen tot herziening der overeenkomst van 22 Augustus 1864, ter verbetering van het lot der gewonden bij de legers te velde in oorlogstijd, den 20 October 1868 door de Internationale Conferentie te Genève geteekend, mitsgaders de bijgevoegde paragraaf aan art. IX door de Fransche Regering voorgesteld, van welke artikelen de inhoud en de vertaling luiden als volgt:

VERTALING.

De Regeringen van Noord-Duitschland, van Oostenrijk, Baden, Beijeren, België, Denemarken, Frankrijk, Groot- Brittannië, Italië, de Nederlanden, Zweden en Noorwegen, Zwitserland, Turkije en Wurtemberg, wenschende de voordeelen der conventie, gesloten te Genève den 22 Augustus 1864 ter verbetering van het lot der gekwetsten bij de legers te velde, uit te strekken tot de zeemagt en eenige bepalingen dier overeenkomst naauwkeuriger aan te duiden, hebben tot hunne commissarissen benoemd:

1º. Noord-Duitschland,

den heer HENRI DE ROEDER, luitenant-generaal, buitengewoon gezant en gevolmagtigd Minister van Zijne Majesteit den Koning van Pruissen en van den Noord-Duitschen Bond bij het Zwitsersch Bondgenootschap, ridder van den rooden adelaar, 2e klasse, enz., enz.;

den heer FREDERIK LOEFFLER, geneesheer-generaal van het leger, hoogleeraar in de militaire geneeskunde, ridder der Kroonorde, 2e klasse, met de zwaarden, enz., enz.;

den heer HENRY KÖHLER, kapitein ter zee, afdeelingschef bij het ministerie van Marine, ridder der Kroonorde, 3e klasse, enz., enz.;

2º. Oostenrijk,

den heer JAROMIR baron MUNDY, med. en chir. doctor, geneesheer-majoor, le klasse, commandeur der orde van Zijne Majesteit Keizer Frans Joseph van Oostenrijk, Koning van Hongarije;

3º. Baden,

den heer ADOLF STEINER, geneesheer bij den generalen staf, ridder der le klasse van den Zaehringer leeuw, met eikenloof;

4º. Beijeren,

den heer THÉODORE DOMPIERRE, hoofd-geneesheer le klasse, ridder der St. Michielsorde;

5º. Belgie,

den heer AUGUSTE VISSCHERS, raadsheer in den Belgischen mijnraad, officier der Leopoldsorde;

6º. Denemarken,

den heer JOHN BARTHÉLEMY Gaïfre Galiffe, doctor in de regten, consul van Zijne Majesteit den Koning van Denemarken bij het Zwitsersch Bondgenootschap, ridder der Danebrogorde en van de orde der heiligen Mauritius en Lazarus;

7º. Frankrijk,

den heer AUGUSTE COUPVENT DES BOIS, schout bij nacht, commandeur der Keizerlijke orde van het legioen van eer, enz., enz.;

den heer HENRY EUGÈNE SEGUINEAU DE PRÉVAL, militair onder-intendant, le klasse, officier der Keizerlijke orde van het legioen van eer, enz., enz.;

8º. Groot-Brittannië,

den heer JOHN SAVILE LUMLEY, buitengewoon gezant en gevolmagtigd Minister van Hare GrootBrittannische Majesteit bij het Zwitsersch Bondgenootschap;

den heer HASTINGS REGINALD YELVERTON, schout bij nacht in dienst van Hare Groot-Brittannische Majesteit, compagnon der Bath-orde;

9º. Italië,

den heer FELIX BAROFFIO, geneesheer-directeur, ridder der orde van de heiligen Mauritius en Lazarus, der Kroonorde van Italië;

den heer PAUL COTTRAU, kapitein-luitenant, ridder der orde van de heiligen Mauritius en Lazarus, versierd met de zilveren medaille van militaire verdiensten;

10º, de Nederlanden, den heer jhr. HERMAN ADRIAAN VAN KARNEBEEK, vice-admiraal, adjudant in buitengewone dienst van Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden, gedecoreerd met de Nederlandsche militaire en burgerlijke orden en medailles van 1815-1830 en der veldtogten van Java, grootkruis der militaire Christusorde en van die van Tunis, grootofficier der orde van Karel III van Spanje, commandeur der St. Annaorde in diamanten van Rusland, van Leopold van België en van den valk van Saksen-Weimar, ridder van het legioen van eer, gedecoreerd met de medaille van St. Helena;

den heer BERNHARD ORTUINUS THEODOOR