Pagina:Marcellus Emants - Een nagelaten bekentenis (1894).djvu/62

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

welke hem althans ogenblikken schenken van bevrediging? Maar dat zijn hysterische grillen, waarvan zwaar en druk werk je wel genezen had!

Ik ken de les en honderden malen heb ik 'm me zelf voorgehouden!

Maar wat werken?... waar?... hoe?... voor wie?

Kon ik, de zwakke speelbal van duizenden toevalligheidjes in en buiten me, welke een normale individualiteit niet eenmaal oplet, ik, die angstig teruggedeinsd was voor de reusachtige, zwarte machinerie: de maatschappij, ik, aan wie alles sidderde bij de vreedzaamste aanraking met een andere menselijke natuur, ik, die alleen in staat ben iets na te laten, op te geven, niet te willen... kon ik me zelf geschikt verklaren voor de een of andere taak, om werk bij iemand aankloppen, een verantwoordelijkheid op mijn schouders nemen?

Wie ooit een ogenschijnlijk gezonde man, behept met ruimte-vrees, heeft zien verbleken, duizelig worden en neerstorten, alleen, omdat hij een plein wilde oversteken en dus volvoeren, wat de meeste mensen, van de zwaksten en de stompzinnigsten tot de sterksten en de hoogstontwikkelden toe, elke dag, gedachteloos, herhaaldelijk ten uitvoer brengen, die kent de kracht van het: je kunt niet, dat omhoog welt uit de geheimzinnige diepten van ons zenuwleven en waar alle redenering machteloos op afstuit.

Ik kon niet; ik kon niet! Wie me daarom veroordeelt als een treurig exemplaar van het mensdom, herhaalt slechts, wat ik me zelf talloze malen heb toegevoegd. Onaangetast blijft echter de bittere waarheid overeind staan: ik kon niet, ik kon niet!

En dus had ik ook van mijn vrijheid geen gebruik weten te maken om me wat voldoening te verschaffen. In de kalme alledaagsheid had ik, snakkend naar innerlijk leven, onrust en afwisseling gezocht; thans lokte de stille eentonigheid me weer aan en als een vermoeide verlangde ik naar rust en duurzaamheid.

Al de majesteit van de indrukwekkende Jungfrau ver-

58