Pagina:Marcellus Emants - Een nagelaten bekentenis (1894).djvu/89

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

warmere intimiteit; maar zelden hebben onze ineengestrengelde vingers elkander onwillekeurig gedrukt en 't was onmiskenbaar, dat noch zij, noch ik genoot, wanneer onze lippen elkander raakten.

's Avonds alleen, zodra ik naast haar zat aan het klavier en de akkoorden aanvulden, wat ons ontbrak, ja, dan werd het me weer te moede als vroeger, toen ik eenzaam in mijn kamer me kon opwinden met behulp van lectuur en drank.

Dan voelde ik voor een poos mijn koud, grauw denken weer kleurrijk ontgloeien tot een zelfopofferend sentimentele verliefdheid en dan verstomden in mijn hoofd de opschietende leuke vragen overruist door de muziek van het gevoelen.

 

Het eerste, wat ons—na mijn verhuizing naar een hotel — te doen stond was: visites-maken aan verwanten en vrienden der Bloemendaels. Familie hadden ze bijna niet; hun kennissen waren merendeels oude en burgerlijke luitjes. Wel bezaten een paar van hun vrienden volwassen kinderen; maar dit jongere geslacht, ziende, dat er bij de Bloemendaels geen gelegenheid was zich te amuseren, had de kennis niet aangehouden. Met jonge mannen van haar eigen leeftijd kwam Anna dus nagenoeg nooit in aanraking.

Het visites-maken leek me een stuitende groenloperij; maar ik onderwierp me er aan, menende, dat het de brug zou vormen, waarover ik terug moest keren in de maatschappelijke samenleving.

Bijna overal kreeg ik nare indrukken. Van de straat naar binnen ziende in het schemerlicht van vertrekken is 't me altoos te moede geweest, alsof de mensen daar hun leven versuffen in een soort halfslaap. En toen ik nu doordrong in de dufheid van die banale huiskamers, toen ik de conventionele vriendelijkheidsfrases als opgezegde lessen hoorde afsuizen van verveelde lippen en smoren in de saaie stilte, toen de overgang uit de frisse buitenlucht telkens een onoverwinnelijke soezerigheid, een zwart floers

85