Pagina:Mark Twain, De Lotgevallen van Tom Sawyer (1920).pdf/159

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

moeielijk tot een eind hebben kunnen komen. En toen zij ten slotte hunne pijpen voor den dag haalden en kalm de rookwolken in het rond bliezen, hadden zij het toppunt van roem bereikt.

Tom was tot het besluit gekomen, dat hij thans wel van Becky Thatcher kon afzien. Zijne glorie was hem genoeg en voor deze alleen zou hij voortaan leven. Nu hij zulk een voornaam persoon geworden was, kon het wel eens zijn, dat zij lust kreeg bij te draaien. Welnu, als zij dat deed, zou zij ervaren, dat hij even onverschillig kon zijn als sommige andere lieden.

Daar kwam zij juist toevallig aan. Tom deed alsof hij haar niet zag en voegde zich bij een ander troepje jongens en meisjes, met wie hij dadelijk een druk gesprek aanknoopte. Spoedig ontwaarde hij, dat Becky met gloeiende wangen en schitterende oogen, vroolijk nu achter dan vooruit huppelde, schijnbaar met hart en ziel krijgertje speelde en het uitgilde van 't lachen, wanneer zij een van haar kameraadjes gevangen had. Maar het ontging hem niet, dat zij hare vangsten altijd in zijn buurt deed en dan tersluiks naar hem keek.

Dit streelde zijne booze ijdelheid ongemeen en deed hem, in plaats van hem voor haar te winnen, nog meer op zijne hoede zijn, om door taal noch teeken te verraden, dat hij haar toeleg bemerkte. Weldra gaf zij vruchteloos de moeite op en ging onder het slaken van zware zuchten besluiteloos op en neer wandelen, terwijl zij nu en dan heimelijk veelbeteekenende blikken op Tom wierp. Het viel haar op, dat Tom drukker met Amy Lawrence praatte dan met iemand anders. Dit gezicht verbitterde haar zoozeer, dat zij het besluit nam naar huis te gaan. Doch hare verraderlijke voetjes droegen haar tegen wil en dank naar de plaats, waar Tom en Amy stonden. Met geveinsde opgewektheid zeide zij dicht bij Toms oor tot een meisje: