Pagina:Mark Twain, De Lotgevallen van Tom Sawyer (1920).pdf/174

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

hadden het geluk de roede ontwassen te zijn. De zweepslagen van meester Dobbins waren voorwaar niet kinderachtig, want ofschoon hij onder zijn pruik een geheel kaal en glimmend hoofd verborg, bezaten zijne spieren nog haar volle kracht. Naarmate de groote dag naderde scheen al wat er van den dwingeland in hem was, naar boven te komen, en 't was alsof hij er een wreed behagen in schepte, de scholieren voor de geringste tekortkomingen te straffen. Het gevolg daarvan was, dat de kleineren onder zijne leerlingen overdag zwoegden onder angst en smart en bij nacht zonnen op wraak. Zij lieten dan ook geene gelegenheid om den meester een poets te spelen, ongebruikt voorbijgaan. Ongelukkig was hij voortdurend op zijn hoede. De vergelding, die op elke zegepraal hunner wraakzucht volgde, was zoo vreeselijk, dat de knapen doorgaans met blauwe plekken op het lijf het veld ruimden. Eindelijk werd er een plan beraamd, dat eene schitterende overwinning beloofde. De verversjongen werd in het komplot opgenomen, met hunne ontwerpen bekend gemaakt en zijne hulp ingeroepen. Die verversjongen had zijn eigen redenen om tot het verbond toe te treden, want de meester woonde op kamers bij zijn vader en had den knaap reden te over gegeven om hem te haten. De vrouw van den meester zou een paar dagen uit de stad gaan en er bestond dus geen vrees, dat van dien kant een spaak in 't wiel zou gestoken worden.

De meester had de gewoonte om zich voor de examens en andere groote plechtigheden voor te bereiden, door zich een roes aan te drinken, en de verversjongen beloofde, dat, wanneer de onderwijzer op den avond van het examen weer boven zijn bier was en in zijn stoel lag te dommelen, hij ‘het dingetje wel klaar zou spelen’. Hij zou hem dan zoo laat mogelijk wakker maken, omdat hij alleen maar tijd zou hebben om in vliegende vaart naar school te ijlen.