Pagina:Mark Twain, De Lotgevallen van Tom Sawyer (1920).pdf/231

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

en het antwoord van Injun Joe, hetwelk aldus luidde:

‘Omdat het kreupelhout je in den weg staat. Kom dezen kant uit. - Zie je het nu?’

‘Ja, zeker er zijn menschen. Ik geloof dat het beter is, het op te geven.’

‘Opgeven? Juist nu ik dit land voor altijd ga verlaten! Het opgeven, - om nooit weer een kans te krijgen. Ik zeg je nog eens, wat ik je al meer gezegd heb, dat ik niets om den buit geef; - dien mag jij hebben. Maar haar man heest mij gemeen behandeld - en meer dan eens, en vooral daarin dat hij, die vrederechter was, mij als een vagebond in de gevangenis heest gezet. En dat is niet alles. Dat is niet het millioenste deel. Hij heeft mij laten geeselen! - geeselen, vlak voor de gevangenis, als een neger, terwijl de geheele stad er naar stond te kijken. Geeselen, versta je het? Hij is mij voor geweest en is gestorven. Maar zij zal er voor boeten.’

‘Och, vermoordt haar niet! Doe het niet!’

‘Vermoorden? Wie spreekt van vermoorden? Ik zou hem vermoorden, als hij hier was; maar haar niet. Wanneer men zich op eene vrouw wreekt, vermoordt men haar niet: - ba! maar men berooft haar van hare schoonheden. Men snijdt haar de neusgaten in tweeën; - men kerft haar de ooren als een varken!’

‘Bij God, dat is...’

‘Houd je gevoelens voor je, dat is je geraden! Ik zal haar aan haar bed vastbinden. Als zij doodbloedt, kan ik het helpen? Ik zal er mij niet naar over maken. Vriendje, je zult mij in dit zaakje helpen - om mij te pleizieren; daarvoor ben je hier, - want 't kan zijn, dat ik het niet alleen af kan. Als je weifelt ben je een man des doods! Versta je dat? En indien ik jou doodmaak, is zij er ook om koud - en dan geloof ik niet