Naar inhoud springen

Pagina:Mark Twain, De Lotgevallen van Tom Sawyer (1920).pdf/71

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

spel. Daar zie je altijd door wat. Als ik groot ben, word ik clown in een paardenspel.’

‘Wezenlijk? Dat zal heerlijk wezen! De clowns zijn immers die mooi aangekleede mannen vol gekleurde spikkeltjes?’

‘Ja, en ze krijgen schatten van geld; meestal een dollar daags. Dat zegt Ben Rogers ten minste. Zeg eens, Becky, ben je wel eens geëngageerd geweest?’

‘Wat is dat?’

‘Geëngageerd, om te gaan trouwen.’

‘Neen.’

‘Zou je het wel willen?’

‘Misschien wel. Ik weet het niet. Wat moet je dan doen?’

‘Doen? Je zegt eenvoudig tegen een jongen, dat je nooit iemand anders hebben wilt dan hem, nooit, nooit, nooit - en dan geef je hem een zoen. Iedereen kan het doen.’

‘Een zoen? Waarom geef je elkaar een zoen?’

‘Wel, weet je - wel.... omdat ze dat allemaal doen.’

‘Alle menschen?’

‘Ja, alle menschen die van elkaar houden. Weet je nog wel wat ik van morgen op mijn lei geschreven heb?’

‘Ja - a.’

‘Wat was het?’

‘Dat zeg ik je niet.’

‘Dan zal ik het je zeggen.’

‘Dat is goed, - maar op een anderen keer.’

‘Neen, nu.’

‘Neen, nu niet, maar morgen.’

‘O, als je blieft, nu Becky. Ik zal het zoo zachtjes zeggen, dat je het bijna niet hooren kunt.’

Becky aarzelde en Tom zag het stilzwijgen voor toestemmen aan. Hij sloeg zijn arm om haar middel en fluisterde haar de oude geschiedenis in het oor, terwijl hij er bijvoegde: