Pagina:Marx, De burgeroorlog in Frankrijk (vertaling 1936).pdf/17

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

het Saksische legerkorps de roem toe dat het zich zeer humaan gedroeg en velen doorliet, die duidelijk de stempel van Kommunestrijders droegen.

Zien wij heden, na twintig jaar, op de daden en de historische betekenis van de Parijse Commune van 1871 terug, dan zullen we vinden dat er nog enige aanvullingen op de uiteenzetting in de „Burgeroorlog in Frankrijk" kunnen worden gegeven.

De leden van de Kommune splitsten zich in een meerderheid, de Blanquisten, die ook een overwegende rol hadden gespeeld in de Nationale Garde, en een minderheid: de overwegend uit aanhangers van de Proudhonistische socialistische school bestaande leden van de Internationale Arbeiders-Associatie. Toentertijd waren de Blanquisten, wat de grote massa betreft, slechts uit revolutionair, proletarisch instinkt socialisten; slechts weinigen waren door Vaillant, die het Duitse wetenschappelijke socialisme kende, tot groter principiële klaarheid gekomen. Zo is het te begrijpen dat in economisch opzicht veel werd nagelaten van hetgeen volgens onze huidige opvattingen de Kommune had moeten doen. Het moeilkst te begrijpen is zeker de heilige eerbied, waarmee men voor de poorten van de Bank van Frankrijk bleef staan. Dit was ook een grote politieke fout. De bank in de handen der Kommune, — dat was meer waard dan tienduizend gijzelaars. Dat betekende de druk der ganse Franse bourgeoisie op de Versaillaanse regering in het belang van de vrede met de Kommune. Nog wonderlijker evenwel was, dat toch nog zoveel goede dingen door de, uit Blanquisten en Proudhonisten samengestelde Kommune werden gedaan. Het spreekt vanzelf, dat voor de economische decreten van de Kommune, zowel wat de roemvolle als wat de slechte kanten betreft, in de eerste plaats de Proudhonisten verantwoordelijk waren, zoals voor haar politieke daden en tekortkomingen de Blanquisten. En in beide gevallen wilde het de ironie der geschiedenis, — zoals gewoonlijk wanneer doctrinairen aan het roer komen, — dat zowel dezen als genen het tegendeel deden van wat de leerstellingen van hun school voorschreven.

Proudhon, de socialist van de kleine boeren en van de kleine bazen, haatte de associatie met een positieve haat. Hij zei daarvan dat ze meer kwaads dan goeds in zich sluit, dat ze van nature onvruchtbaar is, schadelijk zelfs, omdat ze de vrijheid van de arbeider aan banden legt, dat ze een zuiver dogma is, onproductief en bezwaarlijk, in strijd met de vrijheid van de arbeider zowel als met de arbeidsbesparing, en dat haar nadelen sneller groeien dan haar voordelen, en dat, met haar