Naar inhoud springen

Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/139

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
127

de werkelijke deelhebbers. Ook worden zij gesteld in het onrechtmatig bezit van sawah-velden, terwijl die alleen toekomen aan degenen, die aandeel hebben in de kultuur


Hier heb ik een andere nota, en wel in potlood. Zie eens, ook dáárop staat iets zeer duidelyks:


«De verloop van volk te Parang-Koedjang is alleen toeteschryven aan het verregaand misbruik, dat van de bevolking wordt gemaakt


Wat zegje dáárvan? Ziet ge wel dat ik niet zoo excentriek ben als ’t schynt, wanneer ik werk maak van recht? Zie je nu dat ook anderen dit deden? (72)

— Het is waar, zei Verbrugge, de heer Slotering heeft den resident dikwyls over dat alles gesproken.

— En wat volgde daarop?

— Dan werd de Regent geroepen: er werd geaboucheerd

— Juist! En verder?

— De Regent ontkende gewoonlyk alles. Dan moesten er getuigen komen…niemand durfde tegen den Regent getuigen…och, m’nheer Havelaar, die zaken zyn zoo moeielyk!


De lezer zal, vóór hy myn boek heeft uitgelezen, even goed als Verbrugge weten waarom die zaken zoo byzonder moeielyk waren.


— Mynheer Slotering had er veel ergernis over, vervolgde de kontroleur, hy schreef scherpe brieven aan de Hoofden…

— Ik heb ze gelezen…heden nacht, zei Havelaar. (73)

— En ik heb hem dikwyls hooren zeggen dat hy, als er geen verandering kwam, en als de resident niet doortastte, zich rechtstreeks zou wenden tot den Gouverneur-generaal. Dit heeft hy ook aan de Hoofden zelf gezegd op den laatsten Sebah dien hy heeft voorgezeten.

— Daaraan zou hy zeer verkeerd hebben gedaan. De resident was zyn chef dien hy in geen geval mocht voorbygaan. En waarom zou hy dat ook? Het is toch niet te ver-