Naar inhoud springen

Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/175

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
163

scheppen in ’t hooren van myn stem—er zyn weinigen onder ons, die niet gaarne luisteren naar zichzelf—maar na myn mutisme van den heelen dag, meende ik, nu ik eindelyk aan ’t spreken geraakt was, iets beters te verdienen dan de al te onnoozele antwoorden van Si Oepi Keteh.


Ik zal haar een sprookje vertellen, dacht ik, dan hoor ikzelf het met-een, en ik heb niet noodig dat ze my antwoordt. Nu weet ge dat, even als by het lossen van een schip de laatst ingeladen krandjang suiker (90) ’t eerst weer voor den dag komt, ook wy gewoonlyk die gedachte of die vertelling ’t eerst lossen, die ’t laatst is ingeladen. In het Tydschrift van Nederlandsch Indie had ik kort tevoren een verhaal gelezen van Jeronimus: de Japansche Steenhouwer


Hoort eens, die Jeronimus heeft lieve dingen geschreven! Hebt ge zyn Vendutie in een sterfhuis gelezen? En zyn: Graven? En, vooral: de Pedatti? (91) Ik zal ’t u geven.


Ik dan had pas de Japansche Steenhouwer gelezen. Ach, nu herinner ik my op-eenmaal hoe ik zoo-even verdwaald ben geraakt in dat liedje, waarin ik ’t «donker oog» van dien visschersknaap tot scheelwordens toe «rond-om laat dwalen» in één richting…heel gek! Dat was een aaneenschakeling van denkbeelden. Myn verstoordheid van dien dag stond in verband met het gevaarlyke der Natalsche ree…je weet, Verbrugge, dat geen oorlogschip die reede mag aandoen, vooral niet in Juli…ja, Duclari, de westmousson is daar in Juli ’t sterkst, juist andersom dan hier. (92) Welnu, ’t gevaarlyke van die reede schakelde zich vast aan myn gekrenkte eerzucht, en die eerzucht hangt weer samen met dat liedjen over Djiwa. Ik had den resident herhaaldelyk voorgesteld te Natal een zeewering te maken, of althans een kunsthaven in de monding van de rivier, met het doel om handel te brengen in de Afdeeling Natal, die de zoo belangryke Battahlanden met de zee verbindt. Anderhalf millioen menschen in ’t binnenland wisten geen weg met hun produkt, omdat de Natalsche ree—en terecht!—in zulk een slecht blaadje stond. Welnu, die voor-