Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/191

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
179

weg te kiezen. En myn puntdicht…ach, dàt is nog erger! Hy zeide niets, en deed niets! Ziet ge, dit was wreed! Hy gunde me niet het minste martelaars-air, ik werd niet belangwekkend door vervolging, en mocht niet ongelukkig wezen door verregaande geestigheid! O, Duclari…o, Verbrugge…’t was om eens-voor-al te walgen van puntdichten en kalkoenen! Zóó weinig aanmoediging dooft de vlam van ’t genie uit tot de laatste vonk…inkluzief: ik heb ’t nooit weer gedaan!