Naar inhoud springen

Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/190

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
178

— Ik weet wat je bedoelt. Die regels schetsen myn pozitie. Er bestond in die dagen een tydschrift, de Kopiist, waarop ik inteekenaar was. Het stond onder de bescherming van de Regeering — de redakteur was ambtenaar by de algemeene Sekretarie (102) — en hierom werden de inteekeningsgelden in ’s lands kas gestort. Men bood my een kwitantie van twintig gulden aan. Daar nu dit geld op de bureaux van den Gouverneur moest worden verhandeld, en dus de kwitantie, als zy onbetaald bleef, die bureaux te passeeren had om te worden teruggezonden naar Batavia, maakte ik van die gelegenheid gebruik om achter op dat stuk te protesteeren tegen myn armoede:


Vingt florins…quel trésor! Adieu, littérature,
Adieu, Copiste, adieu! Trop malheureux destin:
Je meurs de faim, de froid, d’ennui et de chagrin,
Vingt florins font pour moi deux mois de nourriture!
Si j’avais vingt florins je serais mieux chaussé,
Mieux nourri, mieux logé, j’en ferais bonne chère…
Il faut vivre avant tout, soit vie de misère:
Le crime fait la honte, et non la pauvreté!


Maar toen ik later te Batavia by de redaktie van den Kopiist myn twintig gulden kwam brengen, was ik niets schuldig. Het schynt dat de generaal zelf dat geld voor my betaald heeft, om niet gedwongen te zyn die geillustreerde kwitantie terug te zenden naar Batavia.

— Maar wat deed hy na ’t…na ’t…wegnemen van dien kalkoen? ’t Was toch…een diefstal! En na dat epigram?

— Hy strafte me vreeselyk! Wanneer hy my voor die zaken had laten terechtstaan als schuldig aan oneerbiedigheid jegens den Gouverneur van Sumatra’s Westkust, hetgeen in die dagen met een beetje goeden wil had kunnen worden uitgelegd als «poging tot ondermyning van ’t nederlandsch gezag, en aanhitsing tot opstand» of aan «diefstal op den publieken weg» zou hy getoond hebben een goedhartig mensch te zyn. Maar neen, hy strafte me beter…akelig! Aan den man die op de kalkoenen passen moest, liet hy gelasten voortaan een anderen