Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/20

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

TWEEDE HOOFDSTUK

 

 

Het was slap op de beurs, maar de voorjaarsveiling zal ’t wel goed maken. Denk niet dat er niets by ons omgaat. By Busselinck & Waterman is ’t nog slapper. Een vreemde wereld! Men woont zoo iets by, als men zoo’n twintig jaren de beurs bezoekt. Verbeeld u dat ze daar getracht hebben — Busselinck & Waterman, meen ik — my Ludwig Stern aftenemen. Daar ik niet weet of gy aan de beurs bekend zyt, wil ik u even zeggen dat Stern een eerst huis is in koffi te Hamburg, dat altyd door Last & Co is bediend geworden. Heel toevallig kwam ik daar achter…ik meen achter de knoeiery van Busselinck & Waterman. Zy zouden een kwart procent van de courtage laten vallen — onderkruipers zyn het, anders niet! — en zie nu eens wat ik gedaan heb om dien slag afteweren. Een ander in myn plaats had misschien aan Ludwig Stern geschreven dat hy ook wat zou laten vallen, dat hy hoopte op konsideratie om de langdurige diensten van Last & Co…ik heb uitgerekend dat de firma, sedert ruim vyftig jaren, vier ton aan Stern verdiend heeft. Die konnexie dateert van ’t kontinentaal stelsel, toen wy de koloniale waren insmokkelden van Helgoland. Ja, wie weet wat ’n ander al zoo zou geschreven hebben. Maar neen, onderkruipen doe ik niet. Ik ben naar Polen gegaan (2) liet me pen en papier geven, en schreef: