Naar inhoud springen

Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/29

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

DERDE HOOFDSTUK

 


Toen ik een dag daarna van de beurs kwam, zei Frits dat er iemand geweest was om my te spreken. Naar de beschryving was het de Sjaalman. Hoe hy me gevonden had…nu ja, ’t adreskaartje! Ik dacht er over, myn kinderen van school te nemen, want het is lastig, nog twintig, dertig jaren later te worden nagezeten door een schoolkameraad die een sjaal draagt in plaats van een jas, en die niet weet hoe laat het is. Ook heb ik Frits verboden naar de Westermarkt te gaan, als er kramen staan.


Den volgenden dag ontving ik een brief met een groot pak. Ik zal u den brief laten lezen:


Waarde Droogstoppel!


Ik vind dat hy wel had kunnen zeggen: Weledele Heer Droogstoppel, omdat ik makelaar ben.


Ik ben gisteren ten-uwent geweest met het doel u een verzoek te doen. Ik geloof dat gy in goede omstandigheden verkeert…


Dit is waar: we zyn met ons dertienen op ’t kantoor.


…en ik wenschte gebruik te maken van uw krediet, om
5e druk
2