Naar inhoud springen

Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/30

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
18
een zaak tot-stand te brengen, die voor my van groot gewicht is.


Zou men niet denken dat het om een order op de voorjaarsveiling te doen was?


Door velerlei omstandigheden ben ik op ’t oogenblik eenigszins om geld verlegen.


Eenigszins? Hy had geen hemd aan. Dat noemt hy eenigszins!


Ik kan myn lieve vrouw niet alles geven wat tot veraangenaming des levens noodig is, en ook de opvoeding myner kinderen is, uit een geldelyk oogpunt, niet zooals ik wenschen zou.


Veraangenaming des levens? Opvoeding van de kinderen? Meent ge dat hy voor zyn vrouw een loge in de Opera huren wilde, en zyn kinderen op een instituut doen te Genève? ’t Was najaar, en vry koud…welnu, hy woonde op een vliering, zonder vuur. Toen ik dien brief ontving, wist ik dit niet, maar later ben ik by hem geweest, en thans nog ben ik verstoord over den zotten toon van zyn geschryf. Wat drommel, wie arm is, kan zeggen dat hy arm is! Armen moeten er zyn, dit is noodig in de maatschappy, en ’t is Gods wil. Als hy maar geen aalmoes vraagt, en niemand lastig valt, heb ik er volstrekt niet tegen dat hy arm is, maar die opsiering van de zaak komt niet te-pas. Luister verder:


Daar op my de verplichting rust, in de behoeften der mynen te voorzien, heb ik besloten een talent aantewenden, dat, naar ik geloof, my gegeven is. Ik ben dichter…


Poeh! Ge weet, lezer, hoe ik en alle verstandige menschen daarover denken.


…en schryver. Sedert myn kindsheid drukte ik myn