Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/383

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
371
71) Garem glap: smokkelzout. Het maken en verkoopen van zout is in Indie regie. Er werd inderdaad aan de zuidkust van Lebak veel zout gemaakt, en ’t was die arme menschen niet zeer kwalyk te nemen, als men bedacht dat ze soms vele mylen te loopen hadden om ’n Gouvernements debietplaats te bereiken, waar ze hoogen prys moesten betalen. My komt het monopolizeeren van den zoutaanmaak onredelyk voor, en vooral wreed jegens strandbewoners wien ’t zeezout in huis spoelt.
 
72) Ook de hier bedoelde nota’s van m’n vermoorden voorganger zyn nog altyd in m’n bezit. Nooit vroeg iemand my, die te mogen zien. Me dunkt toch dat ze, vooral met het oog op z’n dood, zeer treffend zyn. Zou niet die zaak in elk ander land voor ’n cause célèbre gegolden hebben?
 
73) Ook de hier bedoelde brieven bezit ik nog, doch slechts in afschrift, dat evenwel door den toenmaligen klerk te Lebakals eensluidend met het origineel” gewaarmerkt is. ’t Was nooit iemand de moeite waard er naar te vragen.
 
74) Voornemen den Regent z’n voorschot kwytteschelden. Dit is, na het door den Gouv. Gen. Pahud ingesteld onderzoek werkelyk geschied. Ook meen ik dat by die gelegenheid z’n traktement verhoogd is. Men moet erkennen dat hierin een zonderlinge wys van rechtdoen omtrent my gelegen was! De gebleken gegrondheid myner aanklacht moest niet my ten-goede komen, maar den persoon die door my was aangeklaagd.
 
75) Abraham Blankaart te hollandsch voor ’n Duitscher. En…voor het tegenwoordig geslacht van Hollanders misschien ook. Hoevelen myner lezers kennen die aardige figuur uit Sara Burgerhart?
 
76) Deze boutade tegen de orthodoxen mag, dunkt me, aanleiding geven tot de opmerking dat de modernen, de liberalen, de…meer verlichten — en zelfs de ware vrydenkers — wel ’n voorbeeld mochten nemen aan zekere oprechtheid van geloof, die zich by hun tegenstanders in daden openbaart. Indien er door sommigen even gul werd bygedragen tot het verspreiden van licht, als door anderen tot het verdikken van duisternis, zouden we sedert lang ’n groote schrede verder zyn. Zouden de geloovers my hebben laten zwerven en derven zooals ’t geval geweest is, indien ik hun denkbeelden had aangehangen en verkondigd? Immers neen. Hoera voor de oprechte geloovers!
 
77) Ketimon. Augurken, komkommers.
 
78) Die geleerden! Een der nieuwste snufjes op ’t gebied der chemische voedingsleer, is van professor Virchow. Die scheikundige beweert nu dat er niet de minste voedingskracht in bouillon zit. Ik stel voor, hem op ’n diëet