Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/405

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
393

Prins van Wales naar Bengalen. Daar my de ruimte ontbreekt om dat artikel overtenemen, zend ik ’t aan de Samarangsche Locomotief, in welk blad het door den belangstellenden lezer kan worden opgezocht.

 
155) Zie § 11 der „Vraagpunten aan den kontroleur” in de Minnebrieven.
 
156) Poessing: duizelig, verward, radeloos. Den hier bedoelden getuige kan ik nog altyd produceeren.
 
157) Zie over ’t woord kaka-toea de Noot by Idee 438.
 
158) De op inlandsche Hoofden uitgeoefende moreele dwang om by ’t vertrek van ’n hoofdambtenaar, fabelachtig hooge pryzen te besteden voor sommige stukken uit z’n inboedel, is ergerlyk. En…ze moeten wel! Zou anders de vervanger niet meenen dat ze niets over hadden voor hun Resident? Dat ten-slotte die vrygevigheid alweer betaald wordt door den geringen man, spreekt vanzelf. Tot m’n groote verbazing heb ik onlangs ’t hoog bedrag dat er besteed was voor den inboedel van den heer Loudon, zien aanvoeren als ’n bewys van z’n verdiensten. Me dunkt dat hy, die dan toch moet geweten hebben hoe zulk „opjagen” in z’n werk gaat, verplicht ware geweest dat misbruik door ’n uitdrukkelyke waarschuwing te voorkomen. Dit heb ik gedaan, doodarm toch, toen ik Lebak verliet, gelyk ik nog altyd door getuigen staven kan.
 
159) Ik zeide in Noot 50 dat sommigen zekere uitdrukkingen in dit werk beter begrepen dan de gewone lezer, en dat zich onder dezulken de vinnigste vervolgers van Havelaar bevonden. Dit is van volkomen toepassing op dezen kleinen trek in den tekst, waar ik den vinger schyn gelegd te hebben op de…zonderlinge verlenging der theekontrakten in 1845. Dat de hier bedoelde persoon ’t Nederlandsche Volk te reprezenteeren kreeg, spreekt alweer vanzelf. Onze theeman tevens rystopkooper, enz. (zie de Noot by ’t woord Kondeh, op blz. 389) praatte in de Kamer heel aardig mee over Staathuishoudkunde, Volksbelang, Menschenrecht, Indische toestanden, enz. enz.
 
160) Vgl. blz. 87 onderaan.
 
161) Zie § 11 van de „Vraagpunten aan den kontroleur” in de Minnebrieven.
 
162) Als boven § 18.
 
163) Het vergiftigen van den heer Carolus.