Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/88

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
76

hield, zich iets verzette tegen de «oplossing der continuiteit» weet ik niet, maar zeker is ’t dat het lang duurde voor er iets te voorschyn kwam. Er scheen een stryd van hoffelykheid gevoerd te worden. Men vernam de woorden: «als ’t u belieft, mevrouw!» en «resident!» Hoe dit zy, eindelyk stapte er een heer uit, die in houding en voorkomen wel iets vertoonde dat denken deed aan de Sauriers waarvan ik zoo-even gesproken heb. Daar wy hem later zullen weerzien, wil ik u maar terstond zeggen dat zyn onbewegelykheid niet uitsluitend moest geweten worden aan de assimilatie met den reiswagen, want dat hy, ook als er op mylen afstands geen voertuig in de buurt was, een kalmte, een langzaamheid en een voorzichtigheid aan den dag leî, die menigen Saurier jaloersch maken zou, en die in de oogen van velen de kenmerken zyn van deftigheid, bezadigdheid en wysheid. Hy was, zooals de meeste Europeanen in Indie, zeer bleek, hetgeen echter in die streken geenszins voor een blyk van minder goede gezondheid wordt gehouden, en hy had fyne trekken die wel getuigden van verstandelyke ontwikkeling. Alleen was er iets kouds in zyn blik, iets wat u denken deed aan een logarithmentafel, en hoewel zyn voorkomen over ’t geheel niet onbehagelyk of terugstootend was, kon men zich toch niet onthouden van de verdenking dat zyn vry groote magere neus zich op dat gelaat verveelde, omdat er zoo weinig op voorviel.


Met beleefdheid bood hy zyn hand aan een dame, om haar by het uitstygen behulpzaam te zyn, en nadat deze van een heer die nog in den wagen zat, een kind had aangenomen, een klein blond jongetje van een jaar of drie, traden zy de pendoppo in. Daarop volgde die heer zelf, en wien op Java bekend was, zou het als een byzonderheid in ’t oog gevallen zyn, dat hy by ’t portier wachtte om ’t uitstygen gemakkelyk te maken aan een oude javaansche baboe. (32) Een drietal bedienden hadden zichzelf verlost uit het wasleêren kastje, dat achter den wagen was vastgeplakt als een jonge oester op den rug van zyn mama.