Pagina:Multatuli - Verspreide stukken - Zesde druk (1879).pdf/141

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
133
De School des Levens.


rykbegaafde kunstenares ons onderrichten in den moeielyksten eisch des levens, in ’t leven zelf…en dàt onderricht zou maar ’n grap zyn, ’n klucht, ’n dwaasheid, ’n spel?

Beste Oosterzee, professer in twyfelvrees en buitenïssigheden, verruil eens ùw spel voor hààr spel, ùw ernst voor hààr ernst, ùwe diepte voor hààr diepte…en als ge daarna u beklaagt over dien ruil, wees dan ten eeuwigen dage gedoemd tot onmogelyke bewysvoeringen in ’n taal die ge niet verstaat.

Maar wel heb ik uw taal verstaan, Laura, en ik heb geleerd by ’t bezoeken van de hoogeschool die gy opendet om les te geven, al dacht gyzelf niet aan onderwys. Was uw meening slechts ’n spel te spelen? Was u die voorstelling maar ’n afscheidsgastrol? Was ze u ’n benefiet-reprezentatie alleen?

Of wist gy, dat ge daar stond als ’n verheven priesteres van de waarheid?

Hebt gy ’t gevoeld, hoe het tooneel door u werd verheven tot ’n leerstoel, om wraak te nemen — schooner wraak is er niet! — over ’t verknoeien van zoo menigen kansel tot ’n poppekast?

Wist ge ’t, Laura, dat ge daar meer waart dan artiste, meer dan vrouw zelfs — wat toch zoo hoog staat — wist ge ’t, dat ge daar op die paarhonderd voeten planks, u hebt opgevoerd tot het hoogste wat we bereiken kunnen: tot ’n mensch die ’t goede onderwyst aan z’n medemenschen?

Zeg my, Laura Ernst, wist ge dat?

Of was ’t geen spel; ook in dien zin dat gyzelf inderdaad de scholier waart, gy Laura, de arme miskende kunstenares, op ’t oogenblik toen ge u voordeedt als de verstoten, gesarde, àl te hard beproefde koningsdochter?