Pagina:Multatuli - Verspreide stukken - Zesde druk (1879).pdf/22

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
14
Brief aan den


met het herscheppen van de uitmonstering der kragen van de garde, die hy zou laten exerceeren, exerceeren…

Maar Joseph Le Maistre, die voor half geld…neen, nagenoeg zonder bezoldiging — hy deelde het middagmaal met z’n knecht ― de betrekking waarnam van resident zyner onttroonde Majesteit, aan het Russische hof…Joseph Le Maistre verzuimde geheel-en-al de zoo noodige studie der uitmonstering van de garde. Hy was excentriek genoeg om niet de minste sympathie te voelen voor ministers die de kleermakery verhieven tot zaken van staat, en, onbekwaam als z’n groote tegenstander — die by z’n geëskorteerd bezoek te Berlyn, zoo onnoozel stond te kyken toen de koning van Pruissen hem toonde hoe er zeven rok-rugbanen te snyden waren uit één breedte — ergerde hy zich over de fainéantise van z’n gouvernement at home. Want hy was ’n man van handeling. Het verdroot hem te wachten tot de kolos zou gelieven te vallen…hy wilde hem omstooten: ’n koalitie! Hy dacht hieraan met al de kracht van zyn zoo krachtig denkvermogen, en na lang beraad, na véél inspanning, na z’n pogen te hebben betaald met het beste van z’n ziel, riep hy uit: »ik heb het gevonden!”

Napoleon zou niet op z’n gemak zyn geweest, als hy gehoord had dat Le Maistre meende het middel gevonden te hebben om hem te doen vallen. Want Napoleon kende Le Maistre.

En toch had diezelfde Napoleon weer gerust kunnen wezen, want Le Maistre had ’n gouvernement…er was ’n kabinet op Sicilie!

Le Maistre nu schreef aan zyn Sardinische Majesteit. Hy schreef duidelyk, uitvoerig, overtuigend. Hy boog zich neer tot de vatbaarheid van ministers, en misschien heeft hy, als Havelaar, gezegd: »anders begrypen ze ’t niet!"