Pagina:Multatuli - Verspreide stukken - Zesde druk (1879).pdf/33

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
25
Gouverneur-Generaal in-ruste.


die de euphonie kent, welke de ambtenaren meenen in hun korrespondentie met het bestuur te moeten in acht nemen, heet dit vertaald: »een menigte nietsdoende vagabonden gebruikt hare verwantschap met den Regent, om ten-koste der bevolking te bestaan.”

Door velerlei relatien was ik reeds lang in de Bantamsche afdeelingen geen vreemdeling. Ik wist hoe de later uitgebroken onlusten in de Lampongs, door Bantamsche uitgewekenen waren voorbereid, gevoed en versterkt, en ik kende de oorzaken van dat uitwyken. Ik wist hoe ongaarne eenige Bataviasche en Buitenzorgsche landheeren een intègre bestuur in het Bantamsche zagen. »Als er in Bantam niet gekneveld wordt, hebben wy volk gebrek” heb ik een hunner te Buitenzorg hooren zeggen. Ik wist dat, onder anderen, een groot gedeelte der opgezetenen van het partikulier land Djassinga, uit gevluchte Bantammers bestond. Ik wist dat in Lebak sedert ruim twintig jaren veestapel en zielental nagenoeg onveranderd waren staan gebleven. En eindelyk, dat dáár — waar de ryst zoo goedkoop is in den oogsttijd, dat men de helft van het gewas voor snyloon betaalt — dat dáár geregeld alle jaren hongersnood heerschte!

By aankomst te Serang, sprak ik over dit alles met den resident, die ’t beaamde, doch de gewone gronden ter berusting uiteen zette, en als vermaning om niet te streng tegen de daar heerschende misbruiken te-velde te trekken, onder anderen aanvoerde: «dat dit alles in een andere Bantamsche afdeeling — Tjiringien — nog erger was.”

De kalmte en eenvoudigheid waarmee hy dit zeide, als sprak hy van iets dat hem niet aanging, overtuigde my al terstond dat er van hem niets te verwachten was. Dit bevreemdde my echter niet. Ik wist hoe de meeste residenten, met het oog op ’t aanstaand pensioen, zich tevreden stellen de zaken gaande te houden, er geschiede dan later wat er wil. [1]


  1. (Noot van 1865.) De resident van Bantam — sedert, naar ik vernomen heb, krankzinnig overleden — was niet slechter, luier of be-