Pagina:Nansen's Poolreis.djvu/46

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

44

begonnen te gevoelen. Een paar minuten nadat wij 's morgens onze slaapzakken hadden verlaten, waren onze kleederen alweer bevroren. Ik denk niet dat Johansen en ik ooit een van beiden zullen wenschen, die dagen nog eens te doorleven.

In Maart was de laagste temperatuur 49° en de hoogste 4° onder nul.


Naar het Zuiden.

Het was den 8sten April, dat wij van koers veranderden en op weg togen naar Kaap Fligely, in Franz Jozefsland. Een tijd lang was de weg nog even moeilijk. Maar na een dag reizens werd het ijs wat beter en werd het voortgaan gemakkelijker.

Wij waren gewoon, onze horloges op te winden als wij 's avonds in den slaapzak kropen. Maar in ons verlangen om spoedig voort te komen, maakten wij soms zeer lange dagreizen. Den 12en April waren er zes en dertig uren verloopen voor wij weer in onzen slaapzak kwamen, en dien avond waren onze horloges afgeloopen toen wij ze wilden opwinden. Dat was een leelijk geval. Ik had in geen drie dagen een plaatsbepaling genomen. Natuurlijk deed ik den volgenden dag een waarneming om den tijd te bepalen, maar ik moest voor de reis van de drie tusschenliggende dagen een gemiddelde berekening maken. Die moest echter, dat wist