83
gepropt met eene hoop blonde kurketrekkertjes, boog eensklaps over haar in een parfum van gemusceerden poudre de riz, en óver haar heen, naar Frank toe, als een slag in haar eigen gelaat, weêrklonk het:
— Zoo, dag Frank, dag lieve vent...
Zij schrikte ademloos terug, snel beurtelings ziende naar dat poppengelaat en naar Frank; zij zag zijn woedenden blik en zelfs ontging haar de ontsteltenis der groote vrouw niet, - een der skatingrinkjes -, terug als deze deinsde toen zij aan Franks arm het meisje bespeurde, dat zij eerst in het gedrang over het hoofd had gezien, ontzet als zij zich wegmaakte, omdat ze zoo onfatsoenlijk was geweest een vriend aan te spreken, die met eene dame liep!
Maar ze verdween toch met een verwonderden omblik naar Bertie, die achter hen kwam: daarvoor had Bertie dan toch wel kunnen waarschuwen... Want Bertie had drie woorden gewisseld met den Cherry-ripe-hoed, en zelfs naar voren geknikt, zeggende:
— Daar loopt Frank...
Het speet haar, maar ze had heusch de dame niet gezien!
Thuis gekomen, wilde Sir Archibald, die niets gemerkt had, aan de deur afscheid nemen, maar Frank sprak:
— Ik bid u, ik moet even Eve spreken, ik bid u...
Het was wel laat, maar Sir Archibald was geen man van etiquette...
Zij waren alleen en zij bleef zwijgen, hem aanziende met vreemde oogen. Maar hij sprak, haas-