Pagina:Noorsche Volksvertellingen.djvu/186

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
172
EEN ZONDAGAVOND OP EEN’ SAETER.

»Afgesproken," zei Hans, die nu, door Marit gevolgd, den saeter verliet, om den schoolmeester op de been te helpen.

Wij schoven de banken naar den haard, maakten hoofdkussens van onze weitasschen, ransels en kappen, en waren weldra in diepen slaap.