Pagina:Oorlog, Verzen in staccato.djvu/12

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
  Ik baar
in bloed.
Ik baar
in pijn.

Dat zal
wel een
natuur„
wet zijn!

  Maar is ’t
de wil.
de wil
van God,

dat wat
ik schep
zóó vroeg
verrot?

15.

Wiens schuld?

                        Aan den vorst:           Aan den doode:
  Waarom
dat bloed
en dat
verdriet?

Waarom
die moord?
..........
Ik weet
het niet!,

  Uw moe­-
der sterft
van fel
verdriet.

Wiens schuld?
Wiens schuld?
..........
Hij ant­-
woordt niet!

                        Aan den soldaat:           Aan den duivel:
  Waarom
die haat?
Waarom
zoo wreed?

Is dat
uw schuld?
..........
Niet dat
ik weet!

  Is dat
uw werk?
Zongt gij
dat lied?

Is dat
ùw hel?
..........
Ik deed
het niet!

                        Aan den gewonde:   Maar vraag
’t aan God.
Hij weet
het wel.

Zoo rot
was im­-
mers nooit
mijn hel!

  Waarom
schijnt toch
uw hoofd
één gat?

Wie deed ’t
Wiens schuld?
..........
Hoe weet
ik dat?