Pagina:Peregrinaggio di tre giovani figliuoli del re di Serendippo.djvu/160

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Maar het is beter dat ik weer terug ga naar haar vertrek, zodat ik daardoor zelfs nog zekerder kan zijn. Daarom nam hij Giassemen terzijde en vertelde hem dat hij snel weer naar zijn paleis wilde gaan, en dat hij de jonge vrouw, die naar de aangrenzende kamer was gegaan om haar juwelen af te doen, niet naar hem toe hoefde te brengen, maar om, alsublieft, hier op hem te wachten, want hij zou onverwijld terugkeren.

En zonder nog een woord te zeggen, haastte hij zich woedend naar Giulistano. Giassemen vertelde Giulla de gebruikelijke weg te volgen. Ze keerde terug om zich te kleden in haar vorige kleren en was in haar kamer voordat de Koning arriveerde. Toen hij haar zag in de kleren waarmee ze hem achterliet, maar de juwelen om haar nek niet zag, vroeg hij haar wat de reden was dat ze er zichzelf er niet mee had getooid. Op deze woorden antwoordde ze: "Sire, ik zou de juwelen die u me zo edelmoedig hebt gegeven niet moeten dragen tot de veertig dagen waarom ik u gevraagd heb, voorbij zijn. Daarom bewaar ik ze opgesloten in dit doosje." En ze opende een klein doosje en liet ze hem zien. "Maar alsublieft, Sire," voegde ze eraan toe, "vertel me eens, waarom vraagt u me dit?"

Waarop de Koning, die bijna zijn achterdocht had laten varen en vurig van het jonge meisje hield, haar alles vertelde wat er was gebeurd