Pagina:Peregrinaggio di tre giovani figliuoli del re di Serendippo.djvu/90

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

En daar aangekomen genoot Beramo geruime tijd van een plezierig gesprek met de jonkvrouw, die hij daar aantrof. Na het eten nam hij een korte rustpauze en liet de derde verteller bij zich komen om zijn verhaal te vertellen. En hij begon als volgt:


Novella 3 - Woensdag

IN India was er een stad boven de zee, Zeheb genaamd, die werd geregeerd door een rijke en grote Heer, een afgodendienaar die de Leeuw aanbad. Deze Heer had altijd verschillende ambachtslieden met uitzonderlijke bekwaamheid aan zijn hof, maar er was één goudsmid onder hen wiens talent in die kunst ongeëvenaard was in de wereld. En omdat hij voortdurend mooie en prachtige kunstwerken maakte, kreeg de Heer het idee dat hij een grote gouden Leeuw voor hem moest maken. Dus riep hij hem bij zich en leverde hem tienduizend gouden munten van dat land, waarmee hij voor hem een gouden Leeuw van de meest verbluffende schoonheid moest maken.

Omdat de goudsmid zo'n hoeveelheid goud had gekregen, had hij geen andere gedachte dan een Leeuw te maken van zo'n uitstekende kwaliteit dat niemand ergens in zijn land er kritiek op kon uiten. En in een tijdsbestek van tien maanden maakte hij een gouden Leeuw, die alleen de geest ontbeerde om levend te zijn. En omdat de Leeuw zo zwaar was, plaatste hij een paar wielen onder zijn poten, zodat hij gemakkelijk overal naartoe kon worden verplaatst door slechts tien man.

De Koning was zeer verheugd over het uitstekende vakmanschap.