Naar inhoud springen

Pagina:Plato's Verdediging van Sokrates.pdf/45

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

plaatste en dan overleggen moest en zeggen, hoeveel dagen en nachten hij beter en aangenamer dan dien éénen nacht in zijn gansche leven geleefd had, dan meen ik, zou niet alleen een gewoon burger, doch ook de groote koning zelf ze licht tellen kunnen, vergeleken met de andere dagen en nachten. Als nu de dood zóó iets is, dan noem ik hem winst: want niets langer schijnt alle komende tijd op die wijze dan één nacht. Doch is de dood als een reis van hier naar een andere plaats, en zijn de verhalen waar, dat dáár alle gestorvenen zijn, welk goed zou dan grooter zijn, o mannen rechters? Want zoo iemand in Hades gekomen, verlost van dezen, die zich rechters noemen, de ware rechters zal vinden, die ook gezegd worden dáár recht te spreken. Minos en Rhadamanthys en Aeacus en Triptolemus en anderen, zoovelen der halfgoden braaf waren in hun leven, zou dan die reize een kwaad zijn? Of ook om met Orpheus om te gaan en Musaeus en Hesiodus en Homerus, hoeveel zouden velen uwer daarvoor geven? Ik althans wil vele malen sterven, als dat waar is, daar toch voor mij juist het verblijf daar heerlijk zou zijn, wanneer ik Palamedes ontmoette en Aiax den Telamonier, en wie er meer van de ouden door een onrechtvaardig vonnis omkwamen, en mijn eigen lot met het hunne kon vergelijken; dat, meen ik, zou niet zonder verheuging zijn. En dan nog het grootste: om de daar levenden evenals die van hier steeds te onderzoeken en uit te vorschen, wie van hen wijs is, en wie het meent te zijn, doch niet is. Hoeveel zou men er niet voor geven, o mannen rechters, om den aanvoerder van den grooten tocht tegen Troja te onderzoeken, of Odysseus, of Sisyphus of ontelbare anderen, die men noemen kan, én mannen en vrouwen? En met hen daar te praten en om te gaan en ze te onderzoeken, onuitsprekelijk ware het van gelukzaligheid. En zeker dooden die daar niemand om zoo iets. Want ook in de andere zaken zijn zij daar geluk-