Naar inhoud springen

Pagina:Plato's Verdediging van Sokrates.pdf/50

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zijn rijkdom als om zijn patriottisch gedrag in den strijd tegen de Dertig; Lycon was een volksredenaar.

20. blz. 16, r. 14 v. b.; goddelijke openbaringen. In het origineel daimonia. Vergel. aanteekening 1.

21. blz, 16, r. 15 v. o.; waarom hij nooit iets gaf. Volgens de opmerking van Schmelzer wordt door Plato het woord Meletus hier en dikwijls verder in verbinding gebracht met het woord melei (mij gaat ter harte, ik zorg voor) en afgeleide uitdrukkingen, om door een ironische klankspeling des te scherper te doen uitkomen, dat Meletus geen aandacht aan de motiveering van zijn aanklacht besteed heeft. Het woord Meletus zou zoo iets als de zorgvuldige kunnen beteekenen.

22. blz. 17, r. 14 v. b.; Raadsheeren. Nl. leden van den raad der Vijfhonderd, door Solon ingesteld.

23. blz. 19, r. 4 v. o.; Anaxagoras van Clazomenae.

Deze wijsgeer, in Ionië geboren, woonde een groot deel van zijn leven in Athene, en verkeerde daar met vele der aanzienlijken, o.a, met Pericles. Naar men zegt zou hij ook leermeester van Euripides geweest zijn. Zijn leer over de natuur was een mechanistische teleologie, terwijl hij in vele punten de mythologische natuurbeschouwing van het volk bestreed. De zon noemde hij een gloeienden steen, en van de maan beweerde hij, dat er bergen en dalen en woningen op waren. Hij werd om zijn leer door de komediedichters bespot, en later klaagde men hem zelfs van atheisme aan. Hij vluchtte echter naar Lampsacus in Klein-Azië en bleef daar tot zijn dood.

24. blz. 19, r. 1 v. o.; In den schouwburg enz. De tooneeldichters brachten meermalen de leer der filosofen in hun stukken te pas, hetzij in ernst, hetzij in spot. Zoo bijv. Euripides. In het Grieksch leest men in plaats van in den