Naar inhoud springen

Pagina:Plato's Verdediging van Sokrates.pdf/73

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

overreden of doen wat het beveelt, en lijden, als het iets te lijden opdraagt, en zonder tegenspraak, al wordt ge ook geslagen en geboeid, en zoo het u in den krijg voert om gewond of gedood te worden, gij dat doen moet en het zóó recht is? En niet moogt ge ontwijken noch teruggaan, noch uw plaats verlaten, doch èn in den oorlog èn voor het gerecht moet ge doen wat de staat en het vaderland beveelt, of hen overreden wat recht is. Doch niet vroom is het om zijn vader of zijn moeder te dwingen, en nog veel minder dan dat zijn vaderland".

Wat zullen wij daartegen beweren, o Crito? Dat de wetten gelijk hebben of niet?

Crito. Zoo dunkt het mij.

13. Socrates. „Overleg dan, o Socrates", zouden de wetten allicht zeggen, „of wij naar waarheid dit beweren, dat ge niet naar recht ons wilt aandoen wat ge nu wilt. Want wij die u baarden, opvoedden, beschaafden, en u en alle anderen burgers uw deel gaven aan het schoone zooveel wij konden, wij verkondigen toch door de vrijheid daartoe te geven aan ieder die wil van de Atheners, wanneer hij als burger is ingeschreven en de zaken des staats, en ons, de wetten, gezien heeft, en wij hem niet behagen, — dat hij dan zijn goed mag nemen en gaan waarheen hij ook wil. En geen van ons wetten belet of weigert, zoo een uwer naar een nederzetting wil gaan, zoo wij en de staat hem niet voldoen, noch ook, zoo hij naar een anderen staat wil gaan, daarheen te trekken, waarheen hij ook wil, met zijn goed. Doch wie uwer hier blijft, ziende hoe wij recht spreken en verder den staat bestieren, dien beweren wij dat door de daad ons toestemt te zullen doen wat wij ook bevelen, en die niet gehoorzaamt, drievuldig misdoet hij, beweren wij daar hij ons als zijn voortbrengers niet gehoorzaamt, noch als zijn opvoeders, en daar hij gehoorzaamheid toezei, maar niet gehoorzaamt noch ons overreedt, zoo wij iets niet schoon