Naar inhoud springen

Pagina:Plato's Verdediging van Sokrates.pdf/75

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

met de daad en niet met het woord beloofdet burger te zijn volgens ons voorschrift, of niet naar waarheid".

Wat moeten wij daarop zeggen, o Crito? Kunnen wij anders dan toestemmen?

Crito. Het moet wel, o Socrates.

Socrates. „Is het dan niet zoo", zouden zij zeggen, "dat ge uw verdragen en beloften aan ons overschrijdt, terwijl ge noch door dwang noch door bedrog geleid ze gaaft, noch gedwongen waart in korten tijd u te beraden, doch in zeventig jaren, en al die jaren hadt ge om weg te gaan, zoo wij u niet voldeden of u het verdrag niet billijk scheen. Doch gij hebt noch Lacedaemon verkoren noch Creta, wier staatsregeling ge telkens prijst, noch een anderen der Helleensche of vreemde staten, maar minder waart ge uit dézen weg, dan de lammen en de blinden en de andere gebrekkigen: zóózeer voldeden klaarblijkelijk deze staat en wij wetten u méér dan den anderen Atheners. Want wien zou een staat zonder wetten wel bevallen? [1] En houdt ge u thans niet aan uw beloften? Ja, zoo ge ons gehoorzaamt, o Socrates, en niet zult ge dan belachelijk zijn met uw vlucht uit den staat".

15. „Want overweeg toch, zoo ge dat overtreedt en daartegen misdrijft, wat goed ge u zelf of uw vrienden aandoet. Want dat uw vrienden dan gevaar loopen om zelf ook te vluchten en de stad te ontberen, of hun vermogen te verliezen, dat is vrij wel duidelijk; en gij zelf, zoo gij eerst naar een der dichtstbij gelegen staten gaat, 't zij naar Thebae, 't zij naar Megara — want die beiden zijn goed van staatsbestuur — als vijand komt ge daar o Socrates, van hun inrichting, en ieder die om zijn eigen staat geeft, zal u met wantrouwen aanzien als verderver van de wetten, en zoo zuit ge het besluit der rechters bevestigen, zoodat zij terecht aldus vonnis wezen naar aller meening: want wie de wetten

  1. Dit zinnetje is wellicht later ingelascht.