Naar inhoud springen

Pagina:Plato's Verdediging van Sokrates.pdf/76

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

verderft, zeer sterk zal die voor een verderver van jonge en dwaze menschen gelden. Of zult ge de goed bestuurde staten en de meest beschaafde menschen ontvluchten? En is het u dan waard om te leven? Of zult ge met hen verkeeren en in onbeschaamdheid tot hen spreken — welke woorden, o Socrates? Dezelfde als hier, dat deugd en braafheid het beste voor de menschen zijn en de zede en de wetten? Zal Socrates, meent ge niet, een verachtelijk ding schijnen? Dat zal hij zeker. Maar uit die plaatsen zult ge wijken, en naar Thessalie gaan tot de gastvrienden van Crito; want daar is de meeste wanorde en bandeloosheid, en wellicht zouden zij gaarne van u hooren, hoe grappig ge uit de gevangenis gevlucht zijt, met een vreemd pak aan, een leeren kiel, of iets anders, waarmee de vluchtelingen zich plegen te verkleeden, en hoe ge u gansch anders voordeedt. En dat gij, een oude man, wien nog maar weinig tijd van leven over was, gelijk waarschijnlijk is, dat gij u niet schaamdet zoo gretig naar het leven te verlangen en daarvoor de grootste wetten overtraadt, zal niemand dat zeggen? Misschien, zoo ge niemand ergert; doch zoo niet, dan, o Socrates, zult ge vele en uwer onwaardige dingen hooren. Kruipend dus voor alle menschen als een slaaf zult ge leven — en wat anders doen in Thessalië dan gastreeren, als waart ge voor een gastmaal heel naar Thessalië gereisd? Maar uw gesprekken over de braafheid en de overige deugd, waar zullen die blijven? Maar wilt ge dan om uw kinderen leven, dat ge hen voedt en opleidt? Hoe dat? Zult ge hen naar Thessalië brengen en hen daar voeden en opleiden, en hen vreemdelingen maken, opdat zij ook dat nog aan u te danken hebben? Of dat niet, maar zullen zij hier opgroeiend, wijl gij leeft, beter groeien en opgeleid worden, schoon gij niet met hen zijt? Immers uw vrienden zullen voor hen zorgen. Maar doen zij, zoo ge naar Thessalie reist, dat wel, zoo naar Hades, niet? Toch zeker wèl, zoo zij wat waard zijn, die zich uw vrienden heeten, moet men meenen.