Pagina:Proteus, ofte, Minne-beelden verandert in sinne-beelden (IA proteusofteminne01cats).pdf/33

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Waer Venus nedervalt, kan Mars daer staende blijven?
Kan Mars daer immermeer een vrome daet bedrijven?
Voor my, ick segge neen; geen Lant en kan bestaen,
Indien men Venus rijck wil onder laten gaen.
Siet, Mars leyt nu in slaep, maer komt hy eens t’ontwaken,
Wat sal het korsel hooft doch in de werelt maken,
So ick mijn boogh ontspan? gewis ’t en is maer wint,
So Mars door mijn beleyt geen nieuwe stof en vint.
De trommel plaght de jeught tot oorlogh op te wecken,
Laet nu een soet gedicht de teere sinnen trecken
Tot Venus soeten krijgh, daer noyt het vinnig loot,
Daer noyt de felle spies een vryer heeft gedoot;
Het Lant is uytgeput door al te lange krijgen,
Laet nu een soeter lucht op dese kusten sijgen;
Laet nu eens wederom te rechte zijn gebracht,
Dat Mars eens nedersloeg door zijn verwoede macht.
Gaet, let eens met verstant op onse nae-gebueren,
En wat een grooten volck is binnen hare mueren;
Besiet wat Hollant doet, en hoe het queecken kan,
En hoe het neering treckt en menig duysent man;
Besiet, hoe dat het wast door al sijn gansche leden.
En hoe het over-al vergroot sijn rijcke Steden;
Besiet eens boven al wat gronden dat het leyt,
Waer door het alle daeg wort verder uytgebreyt.
De vonden altemael die hier toe mogen strecken,
En wil ick voor het volck niet al te verr’ ontdekken;
Een moet ick evenwel hier brengen aen den dagh.
Op dat het dese kust te nutte komen magh,