Pagina:Publications de la société d'archéologie dans le duché de Limbourg, volume 1 , 1864.djvu/18

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 12 —

vangen door den Nederlandschen hardsteen. Het Romeinsche gevoel bezield den beitel der kunstenaren niet meer.

De munten zelven hebben den Romeinschen tint verloren; de, Germaansche vazen zijn ruw bewerkt en van slecht preparaat. Alles in dit tijdvak wijst op een volk, dat lang aan kluister heeft gelegen en nu—alhoewel nog jong en zwak—zijn eigen zelfstandig leven gaat beginnen. Ook de gebouwen hebben zich onder den werkenden invloed van het jonge Christendom van den Romeinschen trant losgerukt. De vijf orders zijn verwaarloosd: Rome moet wijken voor Bijzantium. Een nieuw geschenk biedt ons de oudheidkundige op dit tijdstip aan in de diplomatiek. Charters worden reeds in de VIde en VIIde eeuw gevonden. Zij bepalen zich, wel is waar, tot eenige schenkingen der Pepijnen en der Karels, maar zijn juist daarom des te hooger te waarderen, omdat de vernielende geest van dien tijd de studiën der geschienis niet alleen verlamd, maar bijna gansch vernield had.

Treden wij nu tot het tijdvak der middeleeuwen over. Karel-de-Groote had de taak op zich genomen, de vernielde beschaving weder op te timmeren. Doch hij kwam eene eeuw te vroeg. De bajert, waarin Europa sedert den val van het Romeinsche rijk gedompeld lag, was nog te magtig om geordend te worden. Zijn koene en opbouwende geest kon de zamenleving in geenen blijvenden vorm hergieten. De strijdige grondstoffen, waaruit hij zijn rijk had zamengesteld, vielen na zijnen dood noodwendig aan stukken. Karels opvolgers bezaten het verstand niet om de ontwerpen van hunnen grooten voorzaat te begrijpen, veel minder om die ten uitvoer, te brengen. Gelijk een familiegoed werd het rijk in deelen en onderdeelen gesplitst om later nog meer verdeeld te worden. Ambtenaren der Kroon werden onafhankelijke Heeren, met het regt