Pagina:Publications de la société d'archéologie dans le duché de Limbourg, volume 1 , 1864.djvu/20

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 14 —

vaderland dier onbegrijpelijke schilderstukken die door eene straal der Godheid schenen begunstigd te wezen, het vaderland dier rijkgekleurde folio-banden, die met de pen uit den vleugel eens Serafs schijnen geschreven te zijn. Mijne heeren, eene zaak kenmerkt de middeleeuwen boven al de anderen, en dit is het geloof. Oorlog en kunst, kruistogten en gezangen, gebouwen en verhalen, alles werd bestraald door dat goddelijk licht. Onze voorvaders waren mannen van geloof, en daarom stroomde uit hun vollen boezem eene zielsgrootte, eene heldenkracht, eene hemelsche kunst, die meesterstukken schiep, welke wij bewonderen maar niet evenaren kunnen. Mijne Heeren, onze eeuw gelooft niet meer en daarom dolen wij rond als vreemdelingen op het gebied onzer vaderen.

Ook de diplomatie wint in de middeleeuwen in gewigt en omvang aan. Onder de archieven, die alsdan gevormd werden, moeten wij eene reeks van bescheiden melden, die in vroegere tijdperken onbekend waren. Het zijn de leenboeken, eene soort registers, die aan het leenstelsel hun aanzijn te verdanken hebben en waarin niet alleen de leenroerige eigendommen omschreven worden, maar waarin tevens de naam, het ambt en het sterfjaar van den leenbezitter staan ingeboekt; zoo dat de eigenaars der meeste onzer oude burgten, goederen en heerlijkheden daarin voor de geschiedenis bewaard blijven. Ook de munten worden in dit tijdperk van meerder gewigt. De kleine dinasten die zich de koninklijke gunst van geld te munten aanmatigden, oefenden die niet zelden ter sluiks of in het openbaar op hunne vaste burgten of in de kleinere steden uit. Het onderzoek door den oudheidkundige op het terrein der numismatiek gedaan, heeft eene menigte kleine Heeren ontdekt, hunne standplaatsen en hunnen leeftijd nader bepaald, en de minder of meer-